saskia olde wolbers: the falling eye
Tentoonstelling — 23 jun t/m 23 sep 2006
- Toegang
- Noodzakelijk. Stuur een email naar reservations@stedelijk.nl met uw volledige naam, email-adres, telefoonnummer en de datum waarop het programma plaatsvindt dat u wilt bezoeken.
‘The Falling Eye’ is de eerste solotentoonstelling van Saskia Olde Wolbers (Breda, 1971) in Stedelijk Museum CS.
“Olde Wolbers is a fabulist in a class of her own”, Artforum, New York, 2005
“Film art doesn’t get much better than this”, BBC Art Review, Londen, 2005
Het museum volgt het werk van de in Londen woonachtige kunstenaar sinds zij eind 2000 in Stedelijk Museum Bureau Amsterdam debuteerde met de tentoonstelling ‘Mindset’. Olde Wolbers maakt videowerken met wonderbaarlijke verhalen en beelden vol zinsbegoocheling.
Centraal op de tentoonstelling staat haar nieuwste videofilm ‘Trailer’ (2005). De film werd onlangs verworven voor de collectie van het Stedelijk Museum. De tentoonstellingstitel ‘The Falling Eye’ is afkomstig uit deze film en verwijst naar een fictieve medische conditie, waaraan een van de karakters uit de video lijdt. In meer algemene zin refereert ‘The Falling Eye’ aan de manier waarop de figuren in Olde Wolbers’ films hun levens ervaren: als een onontwarbare kluwen van schijn en werkelijkheid.
Het Stedelijk Museum toont ‘Trailer’ samen met drie vroegere video’s: ‘Kilowatt Dynasty’ (2000), ‘Placebo’ (2002) en ‘Interloper’ (2003).
Trailer (10 min.) onderscheidt zich van Olde Wolbers’ andere films door zijn lengte en verhalende complexiteit. De camera beweegt afwisselend door twee ruimtes: een ondoordringbare, zacht deinende Amazonejungle en een dieprood gekleurde bioscoopzaal. Hoofdpersoon Alfgar Dalio zit in een klein filmtheater in Wadena, Ohio, een stadje waar hij net naartoe verhuisd is. Hij kijkt naar een trailer, een vooraankondiging van een film.
Het verhaal draait om een vleesetende plant, genoemd naar een tamelijk onbekende actrice uit de jaren twintig, Elmore Vella, die na een vliegtuigongeluk in de Peruviaanse jungle overleefde. Na het zien van de trailer keert Dalio meerdere malen terug naar de bioscoop om de film te zien en vooral de twee acteurs die er slechts heel kort in verschijnen. Steeds opnieuw vergelijkt hij zijn eigen uiterlijk met de zwart-wit beelden van de gezichten op het doek. Als hij op een gegeven dag een gesprek aanknoopt met de oude caissière van de bioscoop, onthult zij hem het geheim van zijn bestaan.
Olde Wolbers’ videowerken zijn opgebouwd uit combinaties van woord en beeld. Aan de hand van een hypnotiserende verstelstem wordt de kijker vertrouwd gemaakt met de karakters van de personages. De hoofdpersonen zelf komen niet in beeld. Hun aanwezigheid is echter voelbaar in de sciencefictionachtige, desolate interieurs, landschappen en onderwaterwerelden waar je oog doorheen dwaalt. Ondertussen maakt de verteller je deelgenoot van de tragikomische belevenissen van de hoofdpersonen.
Olde Wolbers’ verhalen zijn pure fictie, maar vinden hun aanleiding in waargebeurde situaties, afkomstig uit kranten of televisiedocumentaires. Hoewel het werk gebaseerd lijkt te zijn op digitale beeldtechnieken, is alles in de video’s met de hand gemaakt. Olde Wolbers neemt haar films op in miniatuurdecors die in aquaria onder water zijn geplaatst. Met een kleine camera tast zij de maquettes af. Tot in de kleinste details zijn de plantvormen en architectonische structuren geconstrueerd uit visdraad, verpakkingsmaterialen en delen van gebruiksvoorwerpen. Door de sets ook nog eens in verf te dopen, creëert zij een stroperige wereld waarin vormen zich vermenigvuldigen in een ritmisch pulserende, labyrintische ruimte.
In een tijd waarin de grenzen tussen het artificiële en het authentieke, het fictionele en het reële steeds meer vervagen neemt Olde Wolbers met haar videowerk, waarin niets is wat het lijkt, een unieke plaats in.
Sinds haar debuut in 2000 is er veel belangstelling voor het werk van Olde Wolbers. Zij ontving diverse kunstprijzen, waaronder de Charlotte Köhler Prijs, de Baloise Art Prize en Beck’s Futures, de Britse prijs voor jonge kunst. Haar werk werd aangekocht door musea in binnen- en buitenland en getoond in onder andere SMAK, Gent, Het Domein, Sittard, The Aldrich Contemporary Art Museum, Connecticut, Kunsthalle St Gallen, The British Art Show, South London Gallery, ICA London en Tate Britain, Londen. In de collectie van het Stedelijk Museum bevinden zich twee werken van Olde Wolbers: Kilowatt Dynasty (2000) en Trailer (2005).
Bij de tentoonstelling ‘The Falling Eye’ verschijnt een brochure met teksten van de hand van Stedelijk Museum conservator Martijn van Nieuwenhuyzen. Het Stedelijk Museum Bulletin publiceert het artikel ‘Concrete Fictie’ van Arjan Reinders.
Het VPRO-programma Picabia heeft in haar uitzending van 25 juni aandacht besteedt aan Saskia Olde Wolbers.
Opening donderdag 22 juni, 17-19 uur.