eyes wide open - aanwinsten stedelijk museum & the monique zajfen collection
Tentoonstelling — 22 dec 2007 t/m 1 jun 2008
- Toegang
- Noodzakelijk. Stuur een email naar reservations@stedelijk.nl met uw volledige naam, email-adres, telefoonnummer en de datum waarop het programma plaatsvindt dat u wilt bezoeken.
Het Stedelijk Museum Amsterdam heeft de afgelopen jaren de collectie uitgebreid met een aantal belangrijke aanwinsten, van onder meer Mike Kelley, Neo Rauch, David Goldblatt en Atelier Van Lieshout.
Topstuk is het monumentale drieluik Drei Häuser mit Schlitzen van de in 1997 overleden Martin Kippenberger: het eerste geschilderde werk van deze invloedrijke kunstenaar in een Nederlandse openbare collectie. Opvallend is dat de meeste aangekochte werken een politieke, maatschappelijke of sociale betrokkenheid laten zien – soms direct, soms indirect.
In Eyes Wide Open toont het Stedelijk een selectie van de recente aankopen op het gebied van schilderkunst, fotografie, film- en videokunst, sculptuur en grafiek, van belangrijke nationale en internationale kunstenaars. De aanwinsten geven inhoud aan eerder geformuleerde plannen om de collectie uit te breiden met onder meer mediumkritische en narratieve hedendaagse schilderkunst, fotografie en film. Ook worden krachtige clusters van winnaars van The Vincent Award versterkt.
De tentoonstelling herbergt werken die betrokkenheid laten zien bij maatschappij, politiek en (kunst)geschiedenis. Martin Kippenberger, die op ingenieuze wijze zijn persoonlijke geschiedenis met de Duitse wist te vervlechten, beeldde in Drei Häuser mit Schlitzen uit 1985 drie beladen plekken af: de Betty Ford kliniek, de Jüdische Grundschule en de Stammheim gevangenis, de plek waar RAF-leden berecht werden en waar enkele van hen zelfmoord pleegden. Ze hebben gemeen dat Kippenberger ze in verband bracht met zijn persoonlijke biografie. Met het afbeelden van correctie afdwingende instituties plaatst hij zich, met zelfspot, aan de rand van de maatschappij: verslaafd, in de tang genomen en niet ongevaarlijk. De aankoop, gesteund door diverse fondsen, is een welkome aanvulling op de affiches en kunstenaarsboeken die het museum al van Kippenberger in bezit had.
Ook in het imposante doek Rome (2007) van Luc Tuymans, een aankoop voor de aan het Stedelijk gelieerde Monique Zajfen Collection, wordt het persoonlijke politiek en vice versa. Tuymans mengt zijn katholieke, Belgische achtergrond met verwijzingen naar filmregistraties van massale gebeurtenissen, in dit geval een Belgische kardinaal die in de Sint Pietersbasiliek geïnstalleerd wordt, met als resultaat een onwezenlijk beeld van een triomferende kerk.
Atelier Van Lieshout zet in Slave University (Female)(2006) vraagtekens bij een utopie van de efficiënte maatschappij, waarbij het beeld verandert in een distopie en de mens geen plaats meer lijkt te hebben. Neo Rauch kijkt in Der Vorhang (2005) eerder naar het verleden en verwijst naar de (Oost-Duitse) (kunst)geschiedenis.
De tentoonstelling bevat ook kunstenaars die eerder sociologisch te werk gaan en hun onderwerp langere tijd volgen. Zo legt Nicholas Nixon sinds 1975 zijn vrouw en haar drie zusters vast in zijn reeks The Brown Sisters, geeft Rineke Dijkstra een beeld van hoe de Franse Olivier verandert wanneer hij zich aansluit bij het Vreemdelingenlegioen en ontrafelt Mike Kelley in Black Curtain vergeten volksfenomenen die hij laat naspelen. Van de Zuid-Afrikaanse fotograaf David Goldblatt kocht het museum een vroege zwart-wit en een recente kleurenserie, die op indringende wijze een beeld geven van de spanningen en complexiteit van de Zuid-Afrikaanse samenleving na de Apartheid.
Sommige kunstenaars reflecteren op het medium schilderkunst, zoals Maaike Schoorel, Matthias Weischer en Mark Grotjahn. Het werk van Grotjahn bijvoorbeeld, staat in directe relatie tot de schilderijen van Brice Marden, prominent in de collectie van het Stedelijk aanwezig.
LET OP: Momenteel vindt er een aantal wijzigingen plaats in de tentoonstelling: de foto’s van Nicholas Nixon en David Goldblatt worden verwijderd. Daarvoor in de plaats komen foto’s van Ad van Denderen, gemaakt in Zuid-Afrika, portretten van Koos Breukel en de serie Almerisa van Rineke Dijkstra.