Tentoonstelling — 4 jun t/m 20 aug 2005

Reizende tentoonstelling, georganiseerd door het Stedelijk Museum, met ca. 75 werken van de Nederlandse fotografe Rineke Dijkstra (Sittard 1959). Van 4 juni t/m 21 augustus 2005 in La Caixa, Barcelona.

'Rineke Dijkstra' ging op 14 december 2004 van start in Parijs, in het nieuwe fotografiemuseum in het Jeu de Paume en was daar te zien tot en met 20 februari 2005. Momenteel is de tentoonstelling in het Fotomuseum Winterthur (11 maart 2005-22 mei 2005) en vanaf 4 juni in La Caixa in Barcelona (t/m 21 augustus 2005).

Van 4 november 2005 tot 6 februari 2006 is de tentoonstelling in Stedelijk Museum CS te zien.

‘Rineke Dijkstra’ is opgebouwd uit de belangrijkste series die de fotografe tussen 1992 en 2003 heeft gerealiseerd, zoals de strandportretten, de pas bevallen moeders, de stierenvechters, de meisjes uit de Buzzclub, de foto’s gemaakt in de Tiergarten in Berlijn, de portretten van vrouwelijke en mannelijke Israëlische soldaten, de reeks van Almerisa (Bosnische vluchtelinge) en die van Olivier, een Franse jongen in dienst van het Vreemdelingenlegioen.

Bovendien zullen twee videowerken, (Buzzclub/Mysteryworld en Annemiek) in de expositie worden opgenomen. Daarmee wordt voor het eerst het werk van Rineke Dijkstra in zijn bredesamenhang getoond.
 
Rineke Dijkstra kreeg het afgelopen decennium internationale bekendheid dankzij haar indrukwekkende portretreeksen. In het begin van de jaren negentig begon zij te werken aan  de magistrale serie Strandportretten, sobere, frontale opnamen van jonge mensen op stranden in de Verenigde Staten, Nederland, België, Polen, Gabon en de Ukraïne (voormalige Sovjet Unie). 

In deze reeks concentreert Rineke Dijkstra zich op het moment dat een pose zich vormt of juist wordt losgelaten. Aarzeling en onzekerheid zijn zichtbaar in houding en oogopslag en verwijzen naar de existentiële eenzaamheid van adolescenten. De slechts door het kader begrensde omgeving, het enigszins lage standpunt van de fotografe en het gebruik van een invulflits scherpen de vaak sterk cultureel bepaalde details en versterken het monumentale karakter van de beelden.

In een aantal series die zij rond het midden van de jaren negentig startte, richtte Rineke Dijkstra zich op de verbeelding van verhevigde emotionaliteit. Zij fotografeerde kraamvrouwen met hun baby tegen zich aan gedrukt, ontluisterende en aangrijpende beelden van moederliefde die elke zoetsappige associatie met moederschap verre achter zich laten. Zij legde stierenvechters in Portugal vast, vlak na de strijd moe, trots, voldaan en soms verbijsterd of gewond. Zij portretteerde in Engeland kwetsbare scholieren en piepjonge meisjes, sexy opgeprikt voor een avondje uit in de disco. 

Door haar tegelijkertijd niets ontziende én enigszins afstandelijke en daardoor respectvolle benadering weet Rineke Dijkstra in deze series een brug te slaan tussen het persoonlijke en het universele. Tegelijkertijd onderzoekt zij de grenzen van het portretgenre. De door haar gefotografeerde mensen dragen vaak een naam maar staan evenzeer model voor een groep, een fenomeen dat het strikt individuele overstijgt. In die zin is zij zowel een leerling van Diane Arbus met haar sterk confronterende, ontluisterende mensbeelden als van August Sander die vooral tijdens het interbellum de Duitse samenleving in typen ordende.

Belangrijke onderwerpen in haar werk zijn het fotografisch vastleggen van verandering in de tijd en de psychologische lading van masker of uniform. Vanaf 1994 fotografeert zij om de paar jaar een van oorsprong Bosnisch meisje, Almerisa, dat zich ontwikkelt van een angstig klein vogeltje met keurige kleren tot een zelfverzekerde jonge vrouw in modieuze outfit. Hoezeer een uniform een mens beschermt, status geeft, verandert, is een thema dat zowel de foto’s van de sexy Buzzclub-meisjes draagt als de beelden van de Israëlische soldaten. Een andere benadering koos Dijkstra voor haar portretten in de Tiergarten in Berlijn. Hier ligt de nadruk minder op pose als op gebaar; de sfeer van deze serie is theatraler, een effect dat wordt versterkt door de donkere bosachtige omgeving.

Tot de hoogtepunten uit de jaren negentig behoren de videowerken The Buzzclub/Mysteryworld en Annemiek. In beide speelt muziek een belangrijke rol. In eerstgenoemde video dansen discogangers, jongens en meisjes, soms alleen, soms met zijn tweeën op twee naast elkaar geprojecteerde beelden op discodreunen. Hun omgeving is een witte studioachtige ruimte. De volledige concentratie op de ten voeten uit gefilmde adolescenten, hun kleding, hun lichaamstaal, hun soms overduidelijke dronkenschap werkt letterlijk fascinerend. Naast keuzen uit bovengenoemde series zijn in de tentoonstelling ook zelfstandige portretten en een nu nog niet afgeronde serie te zien.

Publicatie
Bij Schirmer en Mosel verschijnt ter gelegenheid van de expositie een boek met circa vijftig afbeeldingen en teksten van Urs Stahel, directeur van Fotomuseum Winterthur en Hripsimé Visser, conservator fotografie van het Stedelijk Museum.

Deze tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door de Mondriaanstichting.