Stedelijk Museum ontvangt nalatenschap van klankkunstenaar Greta Monach
Nieuws — 25 nov 2019
Stedelijk Museum Amsterdam heeft een nalatenschap van klankkunstenaar Greta Monach (1928 – 2018) ontvangen. In haar werk begaf zij zich op het snijvlak van klanken en poëzie. Ook ontwierp zij een muziekinstrument met de naam Vermeulenfluit. Daarnaast heeft zij tijdens een manifestatie in de jaren zeventig ook enkele gedichten voorgedragen in het Stedelijk Museum, waarvan een gedicht in de collectie van het museum is opgenomen.
Wie taal ontdoet van haar betekenis houdt de betekenisdragers over: klanken en zichtbare tekens. Dan klinkt de betekenisloze taal als geluid, muziek of lawaai en nadert ze de beeldende kunst als een schrifttekening, grafiek of typografische compositie. Klankpoëzie en visuele poëzie komen hieruit voort. De genealogie hiervan gaat terug tot Futurisme en Dada, met als vertakkingen performance, happenings en door computers gegenereerde toevalkunst: een klank- en beeldspel met oneindige mogelijkheden. Welkom in de wereld van Greta Monach.
Aan het Instituut voor Sonologie in Utrecht schreef Monach programma’s voor de vroege Computer structures (1970-1971) van Peter Struycken. Ze correspondeerde met de Griekse componist Anestis Logothetis, die in 1978 een stuk schreef, getiteld Globus, voor de door haar ontworpen Vermeulenfluit, een ‘schuiffluit’ die glissandi mogelijk maakte en daarmee de tonen uit hun knellende ladder bevrijdde. In Globus was de traditionele muzieknotatie op notenbalken geheel losgelaten. De partituur die eruit zag als een bol met slingerende guirlandes moest niet gelezen maar als een abstracte tekening gezien worden. Logothetis greep daarbij terug op het theoretische werk van Kandinsky, Punkt und Linie zu Fläche, dat in 1926 in de serie Bauhausbücher was verschenen.
In juni 1976 droeg Monach haar klankpoëzie voor tijdens de ‘Word Events’ in ‘Het Konglomeraat’, (Vondelstraat 12, Amsterdam) in gezelschap van de ‘taal & beeld’-conceptkunstenaars Michael Gibbs, Ulises Carrión en G. J. de Rook. Een jaar later nam ze deel aan de driedaagse manifestatie ‘tekst in geluid’ in het Stedelijk Museum (29 april – 1 mei 1977) waarbij twintig kunstenaars en groepen uit negen verschillende landen optraden. Het evenement werd georganiseerd door conservator Liesbeth Crommelin en Hans Jaffé van het Stedelijk Museum; Gerrit Borgers, directeur van het Letterkundig Museum, die als Paul van Ostaijen-kenner grote belangstelling had voor de nieuwe klankpoëzie; Ab van Eyck die eerder op de radio aandacht besteedde aan klankteksten in zijn programma Verbosonica; G. J. de Rook en Michael Gibbs, die bij die gelegenheid een speciaal nummer van zijn tijdschrift Kontexts uitbracht, Kontextsound. Het blad was opgedragen aan Hugo Ball, de Dada-klankdichter die vijftig jaar eerder overleed.
Monach droeg tijdens die manifestatie een enkele klankgedichten voor: op 29 april twee ‘Automaterga’ en op 1 mei ‘Fonergon 77-1’ dat in de collectie van het Stedelijk Museum werd opgenomen in het ensemble ‘concrete poëzie’ dat ongeveer 1200 bladen telt, met werk van Gibbs, Carrión en De Rook. ‘Fonergon 77-1’ is te horen op de audiocassette Sound proof no. 0 (1978) die Monach samen met hen opnam. Deze werd als LP uitgebracht op het Slowscan-label in 2014 en uitgezonden door de Concertzender op 21 juli 2018.
De geschiedenis van het Stedelijk Museum als podium voor eigentijdse muziek moet hoognodig geschreven worden. Edgar Varèse sprak er in 1957 over ‘de vrijmaking van de klank’; het eerste elektronische-muziekconcert in Amsterdam werd er uitgevoerd in 1964; vanaf november 1965 bracht de ‘Werkplaats voor nieuwe muziek’ iedere laatste zondag van de maand Muziek van Nu; Stockhausen heerste in de erezaal tijdens het Holland Festival van 1968. Op zaterdag 6 november 1982 presenteerde het Instituut voor Sonologie in het Stedelijk Museum een stuk ‘voor band en Vermeulenfluit’, gecomponeerd door Anestis Logothetis.
Greta Monach liet haar vermogen na aan het Stedelijk Museum met een textielwerk uit 1979 van Stathis Logothetis, broer van de componist.
Drs. J.G.M. de Vries schreef een artikel over Greta Monach over de levensloop van deze klankkunstenaar.