shirin neshat
Nieuws — 11 jan 2006
Fotograaf, film- en videokunstenares Shirin Neshat concentreert zich in haar werk op de meerduidigheid van grenzen in de Islam, grenzen tussen man en vrouw, tussen heilig en profaan, tussen werkelijkheid en magie. Shirin Neshat werd in 1957 in Iran geboren en woont en werkt tegenwoordig in New York. De wijze waarop zij haar thematiek gestalte geeft, verbeeldt een spanningsveld tussen haar oorspronkelijke achtergrond en de westerse cultuur. In Stedelijk Museum CS zijn zes werken te zien die een goed beeld geven van de ontwikkeling van haar carrière gedurende de afgelopen 15 jaar.
De tentoonstelling ‘Shirin Neshat’ is tot en met 16 april 2006 in Stedelijk Museum CS te bezoeken.
Shirin Neshat vertrok op haar 17de vanuit haar geboorteland naar Los Angeles om een opleiding aan een kunstacademie te volgen. Tijdens haar verblijf in de Verenigde Staten brak in Iran de revolutie uit en greep Ayatollah Khomeini de macht. Onder zijn bewind werd het dragen van een chador verplicht gesteld. Na ruim 16 jaar bracht ze in 1990 voor het eerst weer een bezoek aan haar vaderland. Deze hernieuwde kennismaking maakte diepe indruk. Neshat richt zich sindsdien op het onderzoeken en becommentariëren van haar relatie tot haar land en de Islam en in het bijzonder de positie van de vrouw en de verhouding man-vrouw. Dit doet ze vanuit twee zeer verschillende culturele achtergronden waarbij ze zich richt op grote onderliggende sociale thema’s. Opvallend hierbij is de tegenstelling tussen hedendaagse westerse kunst en de traditionele beeldtaal uit haar geboorteland.
Zowel in Turbulent (1998) als in Rapture (1999) speelt de man-vrouw tegenstelling een belangrijke rol. In Rapture is een groep mannen bijeen in een oud fort in de woestijn. Ze bidden, debatteren, spelen kaart en gaan geheel op in hun gezamenlijke bezigheden en rituelen totdat ze worden afgeleid door jammerkreten van een groep vrouwen. Het werk wordt geprojecteerd op twee schermen tegenover elkaar. Net als de groep mannen lijkt ook de groep vrouwen verzonken in rituelen. Knielend vormen ze in hun chadors een zwarte driehoek in de woestijn terwijl ze hun handen naar de hemel richten en zich buigen in het zand. Plotseling maken de vrouwen zich van elkaar los. Onder opzwellend geluid rennen ze naar een strand waar ze, uitgezwaaid door de mannen, met een motorboot wegvaren naar een onbekende bestemming.
Ook Turbulent gaat over de aan strenge regels gebonden verhouding tussen mannen en vrouwen in een islamitische maatschappij en ook in deze film worden verschillende filmbeelden geprojecteerd op twee schermen. Het verhaal wordt zonder woorden verteld en wanneer er toch gesproken wordt, dan is dit in het Iraans.
Muziek vormt een belangrijk aspect in haar videoprojecties. Zo werkte ze in Passage (2001), een lyrisch werk met sterk symbolische verwijzingen naar overgangsrituelen, nauw samen met de Amerikaanse componist Philip Glass. Haar meest recente werken, Mahdokht (2004) en Zarin (2005), zijn de eerste twee delen van een beoogd vijfluik gebaseerd op de roman Women without Men (1989) van de in Iran verboden schrijfster Shahmush Parsipur. Het boek bevat de verhalen van vijf vrouwen die allen lijden onder de situatie waarin zij leven. Ieder van hen dreigt gek te worden of zelfmoord te plegen en loopt weg. Uiteindelijk ontmoeten ze elkaar in een tuin waar zij hun eigen gemeenschap vormen. Het boek was een klap in het gezicht van de Iraanse machthebbers ten tijde van Khomeini en werd verboden.
Terwijl Neshats stijl in de eerdere werken in stijl en kleur sterke tegenstellingen exploreert, is haar benadering in deze laatste twee werken magisch realistisch. The Last Word (2003), dat een jaar eerder dan Mahdokht werd gemaakt is haar eerste meer verhalende werk en een metafoor van de overwinning van de verbeelding, van fictie, van het vrouwelijke over de absurde, kafkaëske geconstrueerde macht van een zogenaamde werkelijkheid.
In 1999 won Neshat de Gouden Leeuw tijdens de Biënnale van Venetië. Sindsdien wordt haar werk over de gehele wereld getoond. Uit gesprekken blijkt dat ze géén politiekcorrecte, multiculturele modelkunstenaar wil zijn. Een simpele politieke stellingname tegen de theocratie in Iran is voor haar niet genoeg. Het universele van een kunstwerk is van belang; haar werken moeten een algemene zeggingskracht hebben die haar publiek aan het denken zet.