Nieuws — 18 nov 2004

18 november 2004 t/m 16 januari 2005

In het kader van het speciale programma ParaDocs van het International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA) presenteert Stedelijk Museum CS video- en fotowerk uit de collectie. Een van de thema’s van het IDFA, oorlog en geweld, is daarbij het uitgangspunt geweest. Bij wijze van openstelling wordt de film The Battle of Orgreave van de Turner Prize-genomineerde Jeremy Deller vertoond.

Hoofdwerk in de tentoonstelling is de recent verworven videofilm Dial H-I-S-T-O-R-Y van de Belgische kunstenaar Johan Grimonprez, waarin geschiedenis in het licht staat van vliegtuigkapingen en -ongelukken. Samen met de installering van deze film uit 1997 onderzoekt de expositie in het Stedelijk het spanningsveld tussen het documentaire en het fictieve zoals dat in de beeldende kunst en fotografie al langer invulling krijgt. Dit blijkt wel uit het sterk poëtische Ellis Island (1981) van de Amerikaanse choreografe en componist Meredith Monk, met gedramatiseerde scènes rond het vroegere Immigration Office, en de beladen video-installatie The Hero (2001) van Marina Abramovic, die aan de oorlog in Joegoslavië herinnert.

De spanningsboog wordt verder opgebouwd met een al even schrijnende als analytische benadering van het fenomeen ‘geweld’ door Bruce Nauman in Violent Incident en dramatische beelden uit Viëtnam van Daniel Reeves (Smothering Dreams, 1981). In Propeller Tape van de Duitser Klaus vom Bruch uit 1979 tenslotte, krijgt het militarisme een hypnotiserend element door het repeterende aandraaien van de propeller van een B-17 bommenwerper, afkomstig uit een filmfragment van de Tweede Wereldoorlog.

De sectie fotografie bevat een door verschillende fotografen gemaakt verslag van ‘het incident op de Dam’, 7 mei 1945. De opeenvolging van scènes, de afwisseling van standpunten en het tijdsverloop geven de montage van beelden een filmisch karakter. Een vergelijkbare droge benadering kenmerkt de fotoseries die Gunter Förg in de jaren tachtig van Italiaanse fascistische architectuur in Rome maakte, waarin hij de voor ons historisch zo beladen ruimten en vormen als het ware met de camera aftast.

Tegenover deze registrerende reportages staan de sterk retorische beelden die Koen Wessing in 1973 maakte tijdens de staatsgreep in Chili en Boris Mikhailov’s geënsceneerde foto’s van daklozen in Charkov na de ineenstorting van het Sovjetregime. Twee hedendaagse fotoseries van Kadir van Lohuizen (over Sierra Leone) en Ad van Denderen (Israël/Palestina) accentueren deze combinatiemogelijkheden van documentaire en metaforische mogelijkheden in fotografische verslaglegging.
De tentoonstelling is donderdag 18 november vanaf 17.00 uur geopend voor publiek en duurt tot en met 16 januari. Het IDFA duurt van 18 tot en met 28 november 2004.

SMCS op 11: Jeremy Deller – The Battle of Ogreave (18 november, 20.30 uur)
In het kader van ParaDocs worden in SMCS op 11, op de elfde verdieping van het Post CS-gebouw, verschillende vertoningen geprogrammeerd van kunstenaarsfilms met een documentair karakter.

De eerste in deze reeks is The Battle of Orgreave van de Britse kunstenaar en Turner Prize-genomineerde Jeremy Deller. In deze een uur durende film wordt de veldslag die de politie in juni 1984 voerde met stakende mijnwerkers in het Engelse plaatsje Orgreave, gereconstrueerd en in scène gezet. De oorspronkelijk betrokkenen treden daarbij op als acteurs. Jeremy Dellers werk is momenteel ook te zien in Tate Britain vanwege de tentoonstelling rond de Turner Prize 2004.
Datum vertoning: 18 november, 20.30 uur
Toegang gratis (Engels gesproken)
Reserveren s.v.p. via desk@stedelijk.nl