nieuwe inrichting collectiezalen: favorieten en verrassend onbekend werk
Nieuws — 18 sep 2015
Vanaf zaterdag 19 september is de nieuwe collectieopstelling in het Stedelijk Museum te zien. Op de begane grond is meer dan een eeuw aan (vroeg) moderne kunst op een verrassende wijze gepresenteerd. Naast de hoogtepunten en publieksfavorieten uit de vorige presentatie, wordt minder bekend, maar niet minder bijzonder werk getoond.
In het deel van het collectiecircuit waar de kabinetten zich bevinden, staat de ontwikkeling tot abstractie centraal en hoe deze zich verhoudt ten opzichte fotografie en vormgeving. Al voor het eind van de 19e eeuw werd het realistisch weergeven van de werkelijkheid losgelaten om zo het immateriële op het doek weer te kunnen geven. Matthijs van Maris creëert droomwerelden en naast Les Becheurs van Van Gogh en Wall Parné is dit de prelude van de abstracte kunst, één van de belangrijkste ontwikkelingen in de moderne (schilder) kunst. De nadruk licht hier op de zoektocht naar het spirituele en kosmische.
Maar er zijn ook andere verhalen te ontdekken, zoals de zoektocht naar de natuur waar de mens door de industrialisatie steeds verder van verwijderd leek te zijn. Kunstenaars zochten hun toevlucht in uitheemse oorden, de primitieve ander en de onschuld van het kind. Niet alleen de beeldende kunstenaars, ook vormgevers lieten zich inspireren door exotische motieven van het Oriënt.
In de nieuwe presentatie worden accenten gelegd op de artistieke cross-overs waar kunstenaars experimenteren met verschillende vormen van beeldende én toegepaste kunst. Een goed voorbeeld hiervan is het veelzijdige oeuvre van Picasso. Ook de surrealistische fotografie van Man Ray en Erwin Blumenfeld heeft een bijzondere plek in de opstelling, naast de absurdistische fotomontages en collages van de Dadaïsten die zij als politiek protest na de eerste wereldoorlog maakten.
Uiteraard kan is er een zaal gewijd aan de CoBrA- beweging, waarbij de spontaniteit, dromen en sprookjes de boventoon voeren. Hoewel de beweging slechts drie jaar heeft bestaan, bleven de grondbeginselen nog decennia zichtbaar, onder andere in de informele kunst van Dubuffet en Asger Jorn.
De nieuwe perspectieven en verbintenissen geven zo een andere context aan de hoogtepunten van de collectie. Het toont de rijke geschiedenis die in alle objecten in de collectie verborgen liggen.