MODERN
VAN GOGH, RIETVELD, LÉGER EN ANDEREN
Nieuws — 23 mrt 2023
Modern. Iedereen heeft wel een beeld bij dit woord. Hoe is het idee van modern in de kunsten eigenlijk ontstaan en hoe heeft het zich ontwikkeld? Het Stedelijk presenteert MODERN — Van Gogh, Rietveld, Léger en anderen; 200 kunstenaars die in hun tijd vernieuwend waren en mede de basis legden voor wat wij nu kennen als modern. Met ruim 300 werken die kunsthistorisch gezien met meer dan 20 stromingen in verband worden gebracht. Van realisme en impressionisme tot Dada, van Arts and Crafts en Art Nouveau tot Bauhaus en De Stijl. De tentoonstelling werpt een frisse blik op internationaal bekende namen en brengt vele minder bekende makers voor het voetlicht.
MODERN is ook een parade van publiekslievelingen, met werk van onder meer Emile Gallé, Vincent van Gogh, Paul Gauguin, Josef Hoffmann, Fernand Léger, Piet Mondriaan, Claude Monet, William Morris, Charlotte Perriand, Gerrit Rietveld, Thonet en Tiffany, en werken die lang niet te zien zijn geweest, van onder meer George Hendrik Breitner, Odilon Redon en Jan Toorop. Nieuwe aanwinsten van Christopher Dresser, Marcel Breuer en Hannah Höch worden zelfs voor het eerst getoond.
Rein Wolfs, directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam: "Het Stedelijk kijkt steeds met nieuwe ogen naar het modernisme en interesseert zich ook voor de manier waarop makers hun betrokkenheid bij maatschappelijke ontwikkelingen toonden. MODERN laat zien dat het twintigste-eeuwse modernisme, met zijn geometrische en abstracte vormen, niet uit het niets kwam maar de uitkomst is van ontwikkelingen die al in de negentiende eeuw zijn ingezet. Het Stedelijk beschikt over een belangwekkende collectie kunst en vormgeving van de negentiende eeuw, die het waard is om in het licht van de ontwikkelingen van de twintigste eeuw een goed platform te bieden."
De negentiende eeuw: de eerste omslag
De negentiende en begin twintigste eeuw: een tijd van industrialisatie, stoommachines en oceaanstomers, van wetenschap en fotografie, reclame en een bloeiend uitgaansleven. De burger gaat kunst kopen, en wil zich herkennen in de eigen tijd. Er is weinig behoefte meer aan historiestukken en Bijbelse vertellingen, men wil herkenbare onderwerpen uit het dagelijkse leven zien, en het liefst nog een glimp van de toekomst. Dat geldt ook voor de vormgeving: nieuwe materialen en technieken sluiten aan bij de eigen tijd.
Vernieuwing in de vormgeving
In de vormgeving komt er midden negentiende eeuw verzet tegen de vele goedkope, gekopieerde neostijlen – ontwerpers van de Engelse Arts and Crafts-beweging en de Art Nouveau grijpen dan ook terug op het ambacht. Anderzijds omarmen ontwerpers juist moderne technieken en nieuwe materialen, zoals staal, gietijzer en persglas. Soms heeft modern ogend design een verrassende oorsprong. Zo zijn de eenvoudig ogende geometrische ontwerpen van Christopher Dresser sterk beïnvloed door zijn reis naar Japan in 1876. En uit onderzoek blijkt dat de bekende moderne stalen buismeubels Van Mart Stam en Marcel Breuer uit de jaren 20 vroege voorlopers hebben gehad, getuige een schommelstoel uit 1840/50 van buismetaal, een bijzonder bruikleen van het Victoria and Albert Museum. Zulke voorbeelden zullen een inspiratie zijn geweest voor bijvoorbeeld de bekende schommelstoel van Thonet, gemaakt van gebogen hout (een toen relatief nieuwe techniek). Verbeeldingen van de moderne tijd worden ook verwerkt in producten: de waterkan Normandie van Peter Muller Munk in streamline-stijl is een echo van de boeg van het gelijknamige stoomschip, en de Amerikaanse Rocket radio verwijst naar een raket.
Vernieuwing in de kunst
In de kunst zijn de nieuwe onderwerpen dicht bij huis te vinden; Vincent van Gogh legt vast hoe een Parijse buitenwijk opgeslokt wordt door de oprukkende stad, George Hendrik Breitner schildert het hedendaagse Amsterdam, Jan Veth treft zijn tijdgenoten in rake portretten. Het zijn inmiddels vrij vertrouwde beelden, maar in hun directheid en onderwerpkeuze waren ze wel degelijk een breuk met het voorgaande. Ook vrouwen brengen vernieuwing: Suzanne Valadon beeldt tegen de heersende normen in vrouwelijk naakt af, zonder bevallig te zijn. Fotograaf Germaine Krull publiceert een boek over staal, tot dan een aan mannen voorbehouden onderwerp, terwijl Margareth Bourke-White als een van de eerste buitenlandse fotografen de industrialisatie van de net ontstane Sovjet-Unie in beeld brengt. De nieuwe vrijheden in de kunst ontwikkelen zich steeds verder: de
compositielijnen van Jan Hendrik Weissenbruch zouden later gevolgd worden door de verdere abstracties van Piet Mondriaan en Theo van Doesburg. Kritiek op de moderniteit komt ook aan bod: werken van W.E.B. Du Bois, de dadaïsten, Gerd Arntz, Wifredo Lam en Roberto Matta laten artistieke protesten zien tegen de kolonialistische aspecten van het modernisme.
Voor iedereen
Veel kunstenaars hebben een betere wereld voor ogen en richten zich op gemeenschapskunst, zichtbaar voor iedereen. Een van de hoogtepunten in de tentoonstelling zijn de monumentale voorstudies van Jan Toorop voor een keramisch drieluik dat nog altijd in de Beurs van Berlage te vinden is. Ze geven een utopisch beeld van de geschiedenis van de Nederlandse handel vanuit een socialistisch perspectief, ironisch genoeg juist in de burcht van de commercie. Ook ontwerpers willen met hun werk bijdragen aan een ideale maatschappij. De Stijl en het Bauhaus introduceren een sobere, functionele vormgeving, ontdaan van decoraties en gericht op het creëren van een nieuwe, universele omgeving voor iedereen. De meest succesvolle gemeenschapskunst ontstond echter buiten Europa en Noord-Amerika: in de opstelling zijn ceremoniële objecten te zien, zoals een moskeekleed uit Iran, boombastdoeken uit Fiji en Nieuw-Guinea, een Kuba-kleed uit Congo, en Surinaamse Marron-kleding.
Kleur op de muur
Ook de zalen van het Stedelijk, uit 1895, maken in 1938 een sprong naar het moderne, als Willem Sandberg enkele museummuren wit laat schilderen, over de oorspronkelijke kleuren heen. Na de oorlog volgt de rest van het museum. Het is een trend in de museumwereld die in de jaren 1950 leidt tot de ‘white cube’: witte zalen waarbij niets afleidt van de esthetiek. In deze tentoonstelling worden in een aantal zalen de oorspronkelijke kleuren teruggebracht, en ook de daad van overschildering komt in beeld. Tegenwoordig kruipen musea weer uit de ‘white cube’ en geven ze via kleuren op de muren weer meer sfeer en context aan de werken
Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt een gelijknamige publicatie, met onder meer verdiepende teksten van de samenstellers van de tentoonstelling, Ingeborg de Roode, conservator industriële vormgeving bij het Stedelijk, en Maurice Rummens, wetenschappelijk medewerker bij het Stedelijk, een essay van Bas Heijne naar aanleiding van het drieluik van Jan Toorop en een gesprek met Rolando Vázquez Melken over het Europese modernisme in een globaal en dekoloniaal perspectief.
Meet the Masters
Tijdens het maandelijkse programma Meet the Masters worden makers vanuit allerlei verschillende perspectieven belicht. Op zaterdagmiddag 2 september zal het geheel in het teken staan van de tentoonstelling MODERN. Het programma wordt later bekendgemaakt.
NOOT VOOR DE REDACTIE
Voor meer informatie en beeldmateriaal kunt u contact opnemen met de Press Office van het Stedelijk Museum, pressoffice@stedelijk.nl.
Save the date: de pers preview voor deze tentoonstelling is op woensdag 17 mei, van 10.00-13.00 uur. Uitnodiging volgt.
De tentoonstelling MODERN — Van Gogh, Rietveld, Léger en anderen is mede tot stand gekomen dankzij de genereuze bijdrage van het Blockbusterfonds.