JAN MAARTEN BOLL (1942 – 2020)
IN MEMORIAM
Nieuws — 1 dec 2020
Jan Maarten Boll was vanaf 1968 lid van de Vereniging Rembrandt, in 1984 werd hij bestuurslid en van 1996 tot 2009 was hij voorzitter. Zelf noemde hij ooit de komst van Mondriaans schilderij Victory Boogie Woogie (1942-1944) naar Nederland zijn grootste succes. Het was een gedurfde operatie waarvan hij de regie had en die het nodige stof deed opwaaien. Het werd gezien als een omstreden aankoop omdat het plan niet publiek werd gemaakt uit vrees dat Amerikaanse kunstverzamelaars anders Nederland voor zouden zijn. Tegenwoordig vormt Victory Boogie Woogie in het Kunstmuseum Den Haag de kroon op de grootste verzameling Mondriaans ter wereld.
Lange tijd lag het accent van de Vereniging Rembrandt op oude kunst. Het eerste moderne werk dat werd aangekocht was de monumentale knipselcompositie De parkiet en de zeemeermin van Henri Matisse voor het Stedelijk Museum in 1967. In de periode tot 1984, het jaar waarin Boll toetrad tot het bestuur van de vereniging, volgden voor het Stedelijk kapitale aankopen van schilderijen van onder andere Barnett Newman, Andy Warhol, Pablo Picasso, Willem de Kooning en Philip Guston – alle met steun van de Vereniging Rembrandt. De trend om ook verwerving van kostbare moderne kunst mogelijk te maken, werd vanaf 1984 door Boll en zijn medebestuurders voortgezet.
Jan Maarten Boll en het Stedelijk
In de tijd dat Jan Maarten Boll bestuurder en voorzitter was van de Vereniging Rembrandt, tussen 1996 en 2009, werd de collectie mede dankzij zijn inspanningen verrijkt met Piet Mondriaans Ruitvormige compositie met twee lijnen, Andy Warhols Flowers [Large Flowers], Carl Andre’s conceptuele werk Words, Kurt Schwitters schilderij Ohne Titel (Um den Kern der Sache) en Martin Kippenbergers drieluik Drei Häuser mit Schlitzen (Betty Ford Klinik, Stammheim, Jüdische Grundschule).
In die periode verwierf het Stedelijk Museum niet alleen beeldende kunst maar ook vormgeving en fotografie met steun van deze organisatie. Zo werden in 2001 bijzondere glazen vazen van de Italiaanse glaskunstenaars Fulvio Bianconi en Alfredo Barbini opgenomen in de collectie en in 2008, samen met het Centraal Museum, de zogenoemde Witteveen kinderstoel van Gerrit Rietveld. De aanwinst van de monumentale foto getiteld Frankfurt van Andreas Gursky in 2009 vormde een van de laatste wapenfeiten van Boll in zijn rol als voorzitter. Het zijn stuk voor stuk werken die een belangrijke positie innemen in de collectie van het Stedelijk.
Mede door zijn ervaring als advocaat en staatsraad (Boll was sinds 1992 lid van de Raad van State), bemiddelde hij met succes in het conflict tussen de gemeente Amsterdam en de erven Malevich, die 29 schilderijen van de Russische kunstenaar uit de collectie van het Stedelijk Museum opeisten. Bolls daadkracht en discretie droegen bij tot een schikking waarbij vijf werken zijn afgestaan aan de familie en het Stedelijk kan nog altijd een prachtig, samenhangend beeld kan geven van het oeuvre van Malevich. Boll kreeg voor zijn inspanningen in deze zaak terecht veel lof toegezwaaid.
Als kunstverzamelaars verblijdden Jan Maarten Boll en zijn echtgenote Pauline Boll-Kruseman het museum ook met schenkingen van werken op papier van Ger van Elk en Thierry De Cordier. In dezelfde hoedanigheid waren zij bruikleengevers voor de tentoonstellingen Marlene Dumas – The Image as Burden (2014-2015), met maar liefst vijf werken, en Prelude de Stijl (2016-2017), met Ger van Elks werk op papier Riet-Fruit-Veld, dat gedurende deze tentoonstelling door hen werd geschonken aan het museum.
Jan Maarten Boll vervulde ook bestuursfuncties bij De Pont en Teylers Museum. Hij is van grote betekenis geweest voor het Nederlandse culturele leven. Ons medeleven gaat uit naar Pauline Kruseman en familie.
Maurice Rummens, wetenschappelijk medewerker, Stedelijk Museum, Amsterdam