Nieuws — 24 jun 2024

Henri Matisse, Odalisque, 1920-21 © Succession Henri Matisse, c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam

Vandaag brengt de Restitutiecommissie het bindende advies naar buiten dat het schilderij Odalisque (1920/21) van Henri Matisse teruggaat naar de erven van Albert Stern. Het schilderij maakt sinds 1941 onderdeel uit van de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, waarvan de Gemeente Amsterdam de eigenaar is. Uit het onderzoek volgt dat het voldoende aannemelijk is dat de verkoop van het schilderij verband hield met maatregelen van de bezetter tegen Joodse burgers en voortkwam uit het streven naar lijfsbehoud.

De Duitse textielfabrikant Albert Stern (1861-1945) en zijn familie werden nadat de nazi’s in januari 1933 aan de macht waren gekomen, op grond van hun Joodse afkomst onderworpen aan vervolging en geleidelijk ontdaan van hun bezittingen en middelen van bestaan. De familie emigreerde in 1937 naar Nederland en heeft daarna meerdere pogingen ondernomen om te vluchten. De omstandigheden voor de familie waren dusdanig verslechterd dat ze gedwongen werd hun bezittingen te verkopen, zo ook dit schilderij.

Met hulp van Lieuwe Bangma, met wie de familie Stern zakelijk en persoonlijk nauw verbonden was, is het schilderij op 19 juli 1941 verkocht aan het Stedelijk Museum. Aangezien de familie Stern het geld nodig had om te kunnen vluchten, oordeelt de Restitutiecommissie dat hier sprake was van onvrijwillig bezitsverlies door omstandigheden die direct verband houden met het naziregime. Diverse vluchtpogingen van Albert Stern en zijn vrouw zouden mislukken en zij werden uiteindelijk gedeporteerd naar verschillende kampen. Albert Stern overleefde dit niet, hij overleed in januari 1945, zijn echtgenote wel – zij emigreerde na de oorlog naar het Verenigd Koninkrijk.

Touria Meliani, wethouder Cultuur van Amsterdam: “Het leed dat met name Joodse burgers is aangedaan in de Tweede Wereldoorlog is ongekend en onomkeerbaar. De Joodse burgers is bezit, rechten, waardigheid en in veel gevallen het leven afgenomen. Voor zover nog iets hersteld kan worden van het grote onrecht dat hen is aangedaan, hebben we als samenleving de morele plicht hiernaar te handelen. Het teruggeven van kunstwerken, zoals het schilderij Odalisque, kan voor de slachtoffers heel veel betekenen en is van groot belang voor de erkenning van het onrecht dat hen is aangedaan. Als stad hebben wij daar een rol en verantwoordelijkheid in.”

Rein Wolfs, directeur Stedelijk Museum Amsterdam: “We hebben sinds ons onderzoek naar kunst uit de collectie in en rondom de oorlogsperiode, gepubliceerd in 2013, vragen gehad over de herkomst van dit werk. Het werd ook belicht in de tentoonstelling Het Stedelijk in de oorlog in 2015. Het is een stap voorwaarts dat we samen met de erven, vertegenwoordigd door de Commission for Looted Art in Europe, deze zaak bij de Restitutiecommissie hebben kunnen aandragen. Dit werk vertegenwoordigt een zeer verdrietige geschiedenis en is verbonden met een onuitsprekelijk leed dat deze familie is aangedaan. De uitspraak van de Restitutiecommissie doet recht aan deze geschiedenis, en vanzelfsprekend volgen wij hun bindend advies.”

De Gemeente Amsterdam is voornemens tot teruggave van het kunstwerk aan de rechtsopvolgers van Albert Stern.

Zie voor meer informatie over het bindend advies de website van de Restitutiecommissie.

ACHTERGRONDEN HERKOMSTONDERZOEK
De afgelopen twintig jaar hebben musea onder leiding van de Nederlandse Museumvereniging onderzoek gedaan naar kunstwerken die voor 1945 zijn vervaardigd en die vanaf 1933 onder verdachte omstandigheden in de collectie zijn gekomen. Bij deze werken verwijst de herkomstgeschiedenis mogelijk naar roof, confiscatie, gedwongen verkoop of verdachte omstandigheden voor of tijdens de Tweede Wereldoorlog. De resultaten zijn sinds 2013 gepubliceerd op de website www.musealeverwervingen.nl.

Het Stedelijk vindt, net als de Gemeente Amsterdam, die eigenaar is van de collectie, transparantie belangrijk. Het Stedelijk doet er alles aan om mogelijk belanghebbenden te vinden en met hen een gesprek aan te gaan over de geschiedenis en de toekomst van deze werken. Partijen die vinden dat ze recht hebben op een werk, nodigt het museum uit om de zaak gezamenlijk voor te leggen aan de Restitutiecommissie. Door de zaak voor te leggen aan de Restitutiecommissie erkennen zowel museum, de Gemeente Amsterdam dat het advies van de Restitutiecommissie bindend is.