Nieuws — 31 aug 2015

Vorige week overleed Hans van Beers, directeur van het Stedelijk Museum van 2003 tot 2005. Hans van Beers kwam als tijdelijk directeur naar het Stedelijk op een moment dat het museum zich in een impasse bevond. Op 1 januari 2003 had het zijn deuren gesloten op last van de brandweer, de vorige directie was vertrokken, er was geen architect of budget om nieuwbouw en renovatie in gang te zetten en de relatie met het stadsbestuur was verzuurd. In deze penibele situatie werd Van Beers als interim directeur gevraagd orde op zaken te stellen en de negatieve sfeer rond het museum te veranderen. Er moest weer geloof komen in het Stedelijk als “inspirerende en toonaangevende plek waar de artistieke voorhoede en een breed publiek zich thuis voelt”, zoals het in beleidstukken werd geformuleerd. Van Beers was geknipt voor deze taak. Hij was een doorgewinterde bestuurder die bij verschillende culturele instellingen (zoals de VPRO, Film Festival Rotterdam en de Publieke Omroep) als interim manager had opgetreden en vastgelopen organisaties weer had vlot getrokken. Dat deed hij op een doortastende en resolute manier, maar ook met zeer veel flair en een relativerend gevoel voor humor. Zo ook bij het Stedelijk Museum. Toen Hans van Beers het museum binnenkwam veranderde de sfeer op slag. “Gaat het goed jongens?!” vroeg hij steevast als hij ‘s ochtends de kantoren -  tijdelijk gehuisvest in een voormalige tabaksfabriek in Amsterdam Westpoort - binnenkwam. Nou goed ging het zeker niet in die grauwe ruimtes in die uithoek van de stad, maar wie was er bestand tegen zoveel optimisme en zo’n consequent goed humeur? Binnen de kortste keren had het personeel er weer zin in. Samen met Van Beers werd een tijdelijke locatie gevonden waar het museum zich kon presenteren met een hedendaags tentoonstellingsprogramma, het Stedelijk Museum CS, in het voormalige postdistributiegebouw aan de Oosterdokskade. Het artistieke beleid van Stedelijk Museum CS delegeerde hij grotendeels aan de conservatoren, want hij geloofde heilig in teamwork. Hij werd de beste maatjes met Hannah Belliot, de wethouder voor Cultuur, en vroeg haar een Commissie Toekomst Stedelijk Museum (ook wel bekend als de Commissie Sanders) te benoemen. Met voortvarendheid voerde Van Beers de adviezen van deze Commissie vervolgens uit. Zo zette hij de eerste schreden op weg naar verzelfstandiging. Ook startte hij opnieuw een procedure voor de selectie van een architect voor nieuwbouw en renovatie van het museum, die zoals bekend eind 2004 leidde tot de keuze van het bureau Benthem Crouwel Architecten. En tot slot gaf hij een aanzet tot de succesvolle fondsenwerving waarmee nieuwbouw en renovatie daadwerkelijk mogelijk werden gemaakt. Hans van Beers maakte het museum in alle opzichten weer ‘open’ in een tijd dat het gesloten was. De medewerkers van het Stedelijk zijn hem daarvoor ten diepste dankbaar. 

Martijn van Nieuwenhuyzen