HOW FAR HOW NEAR - De wereld in het Stedelijk (2)
Nieuws — 17 sep 2014
Amsterdam, 16 september 2014 - De tentoonstelling HOW FAR HOW NEAR – De wereld in het Stedelijk is een pleidooi voor meer aandacht voor kunst uit regio’s buiten Europa en Noord-Amerika. De kunstwerken komen uit allerlei tijden maar zijn vaak opvallend actueel.
Zo fotografeerde Ad van Denderen in 2003 affiches van Palestijnse zelfmoordterroristen. In de loop van zijn carrière als sociaal geëngageerd fotograaf drong steeds sterker de vraag op: Hoe laat je conflictsituaties zien, armoede, geweld, het lijden van de mens? De affiches die Van Denderen rechttoe, rechtaan fotografeerde worden, nog altijd, door groepen als Hamas, Jihad Islamia en de Al-Aqsa Martelarenbrigade gebruikt. Als propaganda in de strijd tegen Israël, ter verheerlijking van de overleden strijders om deze als martelaren neer te zetten en om anderen tot eenzelfde daad op te roepen. Deze serie van Van Denderen is sinds 2009 in de collectie van het Stedelijk Museum en nu voor het eerst te zien.
Het Stedelijk gaf voor HOW FAR HOW NEAR ook twee kunstenaars opdracht voor nieuw werk: Lidwien van de Ven en Godfried Donkor.
Donkor speelt met de massacommunicatie en stelt de implicaties aan de orde van stereotypen die in de gedrukte media worden gepresenteerd. Godfried Donkor ontwikkelde het behang tijdens een werkperiode in Johannesburg. De centrale afbeelding in de collage is afkomstig uit een 17de-eeuws Duits familiewapen met een Moors personage. De figuur wordt omgeven door afbeeldingen van twee Johannesburgse iconen: de heilige ibis en een foto van een ‘short boy’, een verwijzing naar de arme zwarte arbeiders die op straat recyclebaar plastic verzamelen. Op het behang, met de achtergrond in de oranje nationale kleur, worden (Nederlands) kolonialisme en slavernij via dit embleem verbonden met migratie en armoede, zonder dat een duidelijk historisch verhaal wordt verteld – laat staan dat er simpele oplossingen worden geboden. Het werk suggereert dat het verleden ook in ons heden rondwaart, in de vorm van het achteloze en aanhoudende gebruik van raciale stereotypen, die hier worden gepresenteerd alsof ze onschuldige behangversiering zijn.
Geopolitieke conflicten en de migratiestromen die daaruit voortkomen zijn een terugkerend thema in het werk van Lidwien van de Ven. Sinds de aanslagen van 9/11 volgt zij nauwgezet de politieke discussies rondom de Islam en de opkomst van het rechts populisme in West- Europa. Haar nieuwe werk, speciaal voor de tentoonstelling gemaakt, gaat een dialoog aan met het monumentale Fête Africaine (2012) van Abdoulaye Konaté. Het is een al even grootschalige montage van foto’s van een groep asielzoekers die onlangs enige tijd bivakkeerden bij de Brandenburger Tor in hartje Berlijn, uit protest tegen hun opvangsituatie. Waar Fête Africaine, een geabstraheerde voorstelling van een bonte parade in Mali, reageert op de plotseling oplaaiende strijd in het noorden van dat land, toont het werk van Van de Ven hoe zo’n oorlog, ver weg, consequenties heeft voor de wereld van heel dichtbij. Het protest van de vluchtelingen tegen de ambiguïteiten en tegenstrijdigheden van provinciale, nationale en Europese opvangregels en hun schrijnende situaties die jarenlang aanhouden, krijgt bijval in binnen- en buitenland en doet ook denken aan actuele situaties in Nederland en Amsterdam.
Performance Quinsy Gario Donderdag 18 september 2014
Tijdens de opening van de tentoonstelling op 18 september wordt de performance A Village Called Gario van Quinsy Gario opgevoerd. De performance gaat in op migratiepatronen die op verschillende manieren relevant zijn voor familiegeschiedenissen. Door het bestaande dorpje Gario in de Centraal Afrikaanse Republiek als imaginair vertrekpunt te nemen, vertelt de kunstenaar over een deels fictieve en deels feitelijke reis om de wereld, geïnspireerd op de verhalen van (koloniale) ontdekkingsreizen. Op vergelijkbare wijze combineert Gario lokaal vergaarde kennis met een flinke dosis verbeelding. De performance, die eerder te zien was in Kunsthal Nicolaj, Kopenhagen en in het MACBA, Barcelona, is later integraal te bekijken op de Stedelijk Museum website.
Over de tentoonstelling
Met een brede keuze uit de historische en hedendaagse collecties van het Stedelijk, en met nieuwe werken, geeft HOW FAR HOW NEAR de aftrap voor een discussie die fundamenteel is in de context van de huidige globaliserings-tendensen in de kunst.
Beatrix Ruf: “Het is belangrijk om diepgaand te investeren in onderzoek naar collecties en de vele verborgen verhalen die ze in zich dragen. Op die manier kunnen we onze kennisproductie verder ontwikkelen. De taak van museale instituten is niet alleen om hun collecties fysiek maar ook mentaal uit te breiden. Welke andere geschiedenissen schuilen er achter de werken? HOW FAR HOW NEAR laat zien hoe de werken uit de collectie van het Stedelijk nieuwe dialogen kunnen stimuleren. Dat vind ik een cruciaal onderwerp.”
Een belangrijk ankerpunt voor de presentatie is de historische ‘blockbuster’ Moderne Kunst – Nieuw en Oud uit 1955. Hierin werden in het Stedelijk werken van moderne kunstenaars als Klee, Picasso en Mondriaan getoond te midden van Afrikaanse maskers, Polynesische boombastschilderijen en gedecoreerde schilden uit Papua. Moderne Kunst – Nieuw en Oud liep ver vooruit op baanbrekende en veel bediscussieerde tentoonstellingen als Primitivism in 20th Century Art in het Museum of Modern Art in New York (1984) en Magiciens de la Terre in Centre Pompidou, Parijs (1989). De tentoonstelling leidde in het Stedelijk echter niet tot meer verzamelen van kunst uit ‘de rest’ van de wereld, de collectie affiches en fotografie uitgezonderd. Daar komt nu – in navolging van andere grote musea.
Kunstenaars in HOW FAR HOW NEAR:
Dorothy Akpene Amenuke | Ian Berry | Henri Cartier-Bresson | Ad van Denderen | Willem Diepraam | Godfried Donkor | Marlene Dumas | Ed van der Elsken | Gerard Fieret | Meschac Gaba | David Goldblatt | Grapus | William Irwin | Alfredo Jaar | Iris Kensmil | Paul Klee | Abdoulaye Konaté | Robert Lebeck | Jacques Lipchitz | Danny Lyon | Robert Mapplethorpe | Cas Oorthuys | Gordon Parks | Eddy Posthuma de Boer | Sem Presser | Walid Raad | George Rodger | Paul Schuitema | Malick Sidibé | Michael Tedja | Guy Tillim | Lidwien van de Ven | Vincent Vulsma | Koen Wessing | Billie Zangewa | Tito Zungu.
Publicatie
Bij HOW FAR HOW NEAR. De wereld in het Stedelijk verschijnt een gelijknamige publicatie (63 pp, € 2) . Samensteller is Jelle Bouwhuis, hoofd-curator van Global Collaborations.Voor het eerdere persbericht over de tentoonstelling, het bijbehorende Public Program, de online Journal en het aan Global Collaborations gewijde eerste nummer van Stedelijk Studies, klik hier.
Over Global Collaborations
HOW FAR HOW NEAR is onderdeel van het driejarige project Global Collaborations van het Stedelijk Museum dat begin 2013 van start ging. Het doel ervan is een goed geïnformeerde en genuanceerde blik te vormen op de ontwikke-lingen in de hedendaagse kunst vanuit een mondiaal perspectief, met een speciale focus op opkomende regio’s als Afrika, het Midden-Oosten en Zuidoost Azië. Het project is gebaseerd op samenwerkingsverbanden met experimentele kunstinstellingen en omvat tentoonstellingen, publicaties, evenementen, een online platform en activiteiten van de Blikopeners. Zie hier voor het volledige programma en meer informatie.
Voor meer informatie: Press Office Stedelijk Museum, Marie-José Raven, 020 – 573 26 56, pressoffice@stedelijk.nl.
Global Collaborations wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de genereuze steun van Stichting Ammodo en het Mondriaan Fonds: