Nieuws — 7 nov 2006

Gijs van Tuyl, 06.11.06: 
Onder de kop ‘Harde kritiek Stedelijk op erfenis Fuchs’ (voorpagina NRC Handelsblad, 28 september) volgde een nogal tendentieus artikel naar aanleiding van het openbaar gemaakte beleidsplan ‘Naar een nieuwe top’ van het Stedelijk Museum Amsterdam.

Een medewerker van de kunstredactie greep dit aan om de rekening van Fuchs’ erfenis te presenteren. Een aanval op Fuchs in naam van het Stedelijk die volstrekt misplaatst was en nodeloze beroering tot gevolg had, die helaas nog steeds voortduurt, gezien de brief die kunstenaars Jeroen Henneman en Toon Verhoef onlangs aan de Raad van Toezicht van het Stedelijk Museum stuurden. Hierin uitten zij hun terechte verontwaardiging en stelden zij dat een groot aantal mensen dat zich nauw betrokken voelt bij het Stedelijk Museum ‘met ontzetting’ kennis heeft genomen van de berichtgeving in NRC Handelsblad.

Hun verontwaardiging was niet zo vreemd, aangezien ze de inhoud van het beleidsplan nog niet kenden. De naam Fuchs komt daar namelijk niet in voor. Toch werden de problemen waarvoor het Stedelijk Museum zich gesteld ziet volstrekt eenzijdig aan zijn persoon toegedicht. Een staaltje suggestieve journalistiek waarbij ‘creatief’ met de feiten was omgesprongen. 

Dat ik in het stuk onze plannen niet herkende is op zich al spijtig. Werkelijk beneden alle peil is het echter dat iemand die zoveel heeft betekend voor de nationale en internationale kunstwereld als Fuchs zo in een kwaad daglicht wordt gesteld. Fuchs is één van de weinige grote Nederlandse curatoren van de laatste vijftig jaar, met een ongeëvenaarde internationale reputatie. Hij was de enige artistiek leider van de Documenta in Kassel (in 1982) die Nederland heeft voortgebracht en hij heeft als oprichtingsdirecteur het Castello di Rivoli bij Turijn tot een alom geprezen instelling voor hedendaagse kunst gemaakt. 

Net als de eerdere Stedelijk-directeuren heeft ook Fuchs bij zijn afscheid een substantiële bijdrage aan de collectie achtergelaten. Vlak voor het stuk in NRC Handelsblad publiceerde het Stedelijk Museum een fraaie catalogus om zijn aankopen en verwervingen te eren: ‘Aanwinsten 1993 – 2003’. De presentatie vond plaats voor een gehoor van talloze kunstenaars, vrienden en bewonderaars. Het boek illustreert nogmaals hoe trefzeker Fuchs de door voorgangers uitgezette lijnen in de collectie heeft doorgetrokken op het gebied van schilderkunst, minimal art, conceptuele kunst en arte povera. Hoe hij nieuwe accenten plaatste door meer aandacht te geven aan de Europese hedendaagse kunst; door de uitbreiding van de unieke collectie met topwerken van Bruce Nauman, Baselitz en Kounellis; door aankopen van jonge kunst en door het binnenhalen van substantiële schenkingen, voortkomend uit zijn vriendschappen met kunstenaars. 
In mijn toespraak wees ik op de continuïteit in het verzamelen door de opeenvolgende Stedelijk-directeuren: Edy de Wilde verwierf Bruce Nauman, Anselm Kiefer en Baselitz; Wim Beeren verwierf Anselm Kiefer, Jeff Koons en Carl Andre; Rudi Fuchs verwierf Carl Andre, Bruce Nauman, Sarah Morris en Eberhard Havekost. De lijn van Fuchs wordt nu weer door mij voortgezet door aankopen van een schilderij van Eberhard Havekost, een film van Sarah Morris en werk van andere kunstenaars.

Na mijn lofzang op het aankoopbeleid van Fuchs was het artikel in NRC Handelsblad dan ook een anti-climax die mij treurig stemde. En niet alleen mij. Ook Rijkman Groenink, voorzitter van de Raad van Toezicht, betreurt de manier waarop Fuchs door de media wordt beschadigd. Dit verzekerde hij ook Henneman en Verhoef, in een antwoord op hun schrijven. Groenink benadrukte hierin dat de gesignaleerde problemen teruggevoerd moeten worden op een jarenlang proces waarin directies, medewerkers en gemeente allen een rol hebben gespeeld. Dus juist niet één persoon. Overigens kwamen Henneman en Verhoef nadat ze de beleidsnota gelezen hadden eveneens tot de constatering dat het beleidsplan geen kritiek op Fuchs rechtvaardigde. 
Voor een commentaar in NRC Handelsblad (29 september) probeerde een medewerker van de kunstredactie mij herhaaldelijk een negatieve uitlating over mijn voorganger te ontfutselen. In plaats daarvan heb ik uitgelegd wat de kern van ons beleidsplan is: dat het Stedelijk Museum in de toekomst een balans wil zien te vinden tussen een klassiek modern museum en een platform voor actuele kunst. Dat het minder wil functioneren als een oververhitte tentoonstellingsmachine. En dat vanwege de verzelfstandiging tot Stichting Stedelijk Museum bovendien de overgang voltrokken moet worden van een museum als ambtelijke dienst naar een efficiënt kunstbedrijf. 

Naar eer en geweten kon ik de NRC-medewerker dus niet ter wille zijn. Waar geen conflict bestaat, kan ik er geen maken. Het is mij een raadsel waar de onjuistheid in de berichtgeving aan te wijten is; slordigheid, luiheid of gewoon kwade wil? Maar nu de kruitdamp wat is opgetrokken, is het tijd voor een correctie op de aanhoudende verkeerde voorstelling van zaken. Vandaar: geen kwaad woord over Fuchs of over welke voorganger dan ook. Daar doe ik niet aan mee.

Lees hieronder de hele briefwisseling:

30.09.2006: Eerste brief Verhoef & Henneman om reactie Raad van Toezicht
05.10.2006: Antwoord Raad van Toezicht
17.10.2006: Tweede brief Verhoef & Henneman aan Raad van Toezicht