Nieuws — 24 jan 2011

Dit voorjaar besteedt Stedelijk Museum CS aandacht aan de schilder Eberhard Havekost (Dresden, 1967). Hij staat bekend om zijn ‘coole’ manier van schilderen en de wijze waarop hij diverse visuele onderwerpen uit de moderne media analyseert en transformeert in beelden die opnieuw de aandacht vragen. Havekost richt zich hierbij zowel op formele aspecten zoals kleur, textuur of de uitsnede van een fotografisch beeld, als op onderwerpen die verband houden met de actualiteit, verwijzen naar onze visuele omgeving (objecten, architectuur) of in relatie staan tot onze ‘consumptie-industrie’. 


Daarnaast gebruikt hij foto’s die hij maakte van bijvoorbeeld zijn vriendin of spelende dochter als onderwerp van zijn werk. In Stedelijk Museum CS zijn ongeveer honderd werken van deze Duitse schilder te zien.
De tentoonstelling ‘Eberhard Havekost: Harmony 2. Schilderijen 1997 – 2005’ duurt tot en met 28 mei 2006.
 
Alle schilders, iedereen, zou naar foto’s moeten schilderen’, proclameerde Gerhard Richter in 1966 in een tentoonstellingscatalogus die hij samen met Sigmar Polke schreef. Al honderd jaar daarvoor waren schilders als Édouard Manet en Edgar Degas gefascineerd door het fotografische beeld, en Richters’ roep om fotografisch materiaal te gebruiken (inclusief het belang van het selectieproces) wordt nu ook gevolgd door Eberhard Havekost. Hij onttrekt zijn beelden als het ware uit een digitale databank die hem in staat stelt beelden te bewerken en eventueel met andere beelden te combineren. Bij al het geselecteerde fotografisch materiaal, steeds vaker door hem zelf gefotografeerd, volgt een proces waarin hij de beelden analyseert en de specifieke kwaliteiten ervan onderzoekt. Daarbij stelt hij zichzelf de vraag in hoeverre de digitale en soms gemodificeerde beelden zich lenen voor het medium schilderkunst. Onderwerpen die regelmatig terugkeren zijn de natuur, portretten of figuren, architectonische in- en exterieurs en vervoersmiddelen, zoals caravans, vliegtuigen, auto’s.

Sommige motieven ogen neutraal, zoals de serie façades van eentonige flatgebouwen, andere zijn grimmiger zoals het portret van een Amerikaanse militair waarvan het gezicht gedeeltelijk is verminkt. Uit de façades van gebouwen en objecten spreekt vaak een gezichtsloze moderniteit en in sommige van zijn portretten is het onpersoonlijke en de clichématigheid van de afgebeelde personen voelbaar.

In de tentoonstelling in het Stedelijk Museum CS zijn de schilderijen geclusterd rond bepaalde thema’s, zoals architectonische façaden en interieurs, figuren, autowrakken en stillevens. Een groot deel van de ruim honderd schilderijen was eerder dit jaar te zien in de tentoonstelling ‘Harmonie’ in het Kunstmuseum Wolfsburg, maar er zijn ook dertig nieuwe werken geselecteerd.

Havekost behoort tot een nieuwe generatie schilders die de gedigitaliseerde, multimediale beeldtaal gebruikt voor zijn werk. Zijn werk is opgenomen in verschillende private collecties zoals de Saatchi collectie (Londen), de Sammlung Goetz (München), de Sammlung Reingold (Düsseldorf) en de Sammlung Marx (Berlijn) en hij heeft de laatste jaren aan diverse belangrijke groepstentoonstellingen deelgenomen.

Een solopresentatie rond een relatief jonge schilder staat niet op zichzelf in het Stedelijk Museum. Eerder waren er presentaties te zien van onder andere Thomas Scheibitz, Franz Ackermann, Robert Zandvliet en vrij recent nog Michel Majerus. Van deze schilders is voor de collectie van het Stedelijk werk aangekocht, en ook van anderen als Sarah Morris, Frank Nitsche en Neo Rauch. De tentoonstelling van Havekost past zodoende in een lijn die al eerder is ingezet, en ook zeker voortgezet gaat worden, onder andere bij The Vincent 2006 waar werk te zien is van Wilhelm Sasnal. Laatstgenoemde werd al eerder in het Stedelijk Musem CS getoond in de tentoonstelling ‘Time and Again’ (2004).
In 2002 heeft het Stedelijk Museum een werk van Eberhard Havekost aangekocht.