Carlos Amorales – The Factory
Nieuws — 19 nov 2019
23 november 2019 t/m 17 mei 2020
Eerste Europese overzichtstentoonstelling van Mexicaanse kunstenaar Carlos Amorales in het Stedelijk Museum Amsterdam
Tijdens Amsterdam Art Weekend 2019 opent de eerste grote Europese overzichtstentoonstelling van Carlos Amorales in het Stedelijk Museum Amsterdam. De tentoonstelling geeft een beeld van het werk van een van de belangrijkste hedendaagse Mexicaanse kunstenaars. De tentoonstelling Carlos Amorales – The Factory richt zich op zijn oeuvre vanaf het midden van de jaren negentig tot het meest recente werk dat de kunstenaar speciaal voor de tentoonstelling maakt. De tentoonstelling omvat veertien zalen met ruimtelijk werk, installaties, schilderingen, tekeningen, video’s, druksels, weefsels, animaties en geluidswerken die Amorales vaak combineert in grootschalige ruimtelijke installaties in een open, niet-chronologisch parcours. De kijker kan zijn eigen route kiezen door de wereld van Amorales, die gevuld is met sprookjesachtige beelden en verhalen waarin hij zijn bespiegelingen over het spanningsveld tussen individu en samenleving vormgeeft.
Carlos Amorales begon zijn carrière begin jaren negentig in Amsterdam, als student aan de Rietveld Academie en resident aan de Rijksakademie. In Amsterdam veranderde hij zijn naam in ‘Carlos Amorales’: een conceptuele identiteit die hij aan anderen uitleende met het doel te onderzoeken hoe kunst in het alledaagse leven kan fungeren. Hij leende het ‘Amorales’-karakter (een gemaskerde figuur geïnspireerd op de Mexicaanse lucha libre-worstelaars) uit aan bevriende kunstenaars, vechters en onbekenden. Voorzien van zijn bühnenaam en masker, traden zij op in echte worstelwedstrijden en performances in musea en kunstinstellingen in Europa, VS en Mexico (o.a. Tate Modern en Centre Pompidou).
Amorales keerde in 2004 vanuit Amsterdam terug naar Mexico Stad waar hij een eigen studio vestigde. Geïnspireerd door massale productie en distributie van beelden in de media, en verwijzend naar Warhols ‘Factory’ en de Disney’s vroege animatie-studio’s, creëerde Amorales en zijn team onder de titel Liquid Archive een beeldbank van duizenden digitale vectorbeelden (monochrome silhouetten). Dit digitale archief staat ter beschikking van de kunstenaar en zijn team van medewerkers, maar kan op verzoek ook met derden gedeeld te worden. Met de beelden uit zijn Liquid Archive heeft Amorales de afgelopen vijftien jaar een rijk en geschakeerd oeuvre opgebouwd. Door het relatieve ‘open source’ karakter (soms worden de beelden vrijelijk door anderen ‘geleend’) kunnen door Amorales gecreëerde beelden zich losmaken van de wereld van de autonome kunst en uitzwerven in de wereld van mode, videoclips, tattoos, platencovers en weer terug naar de kunst via het werk van andere kunstenaars. Amorales’ ‘Factory’ is een knipoog naar de popcultuur en naar de huidige neoliberale wereld “waar de assemblagefabriek van de globalisering een beetje uit de hand gelopen is”, aldus Amorales.
Martijn van Nieuwenhuyzen, conservator van de tentoonstelling: “Ik volg het werk van Carlos Amorales sinds zijn Amsterdamse jaren. Toen ik hem begin vorig jaar in Mexico City opzocht raakte ik opnieuw onder de indruk van zijn veelzijdige praktijk en van de intelligente wijze waarop hij balancerend op de fijne lijn tussen het esthetische en het sociaal-politieke een veelheid aan onderwerpen voor het voetlicht brengt: de rollen die de kunstenaar binnen en buiten de kunstwereld kan aannemen, de ervaring vreemdeling te zijn in een onbekende cultuur, de oneindige kneedbaarheid van taal en de aan het absurdisme grenzende beeldstroom van het internet. Het is bijzonder om mijn laatste tentoonstelling in het Stedelijk Museum met deze inspirerende Mexicaanse kunstenaar te mogen samenstellen."
In veel van Amorales’ werk staat de verhouding tussen individu en samenleving centraal. Daarbij heeft hij speciale belangstelling voor de keuzes waarvoor kunstenaars zich gesteld zien, bijvoorbeeld vis-a-vis de alledaagse werkelijkheid van het leven in Latijns-Amerika maar ook, kunsthistorisch, met betrekking tot de experimenten van de Europese avant-gardes. Wat betekent het om geëngageerd te zijn? Kun je experimenteel zijn in een dictatuur? En wat zijn daarvan de maatschappelijke consequenties? Welke instrumenten heeft de kunstenaar tot zijn beschikking om zich uit te spreken over onderdrukking en alledaags geweld? In zijn installaties, video’s, schilderingen en sculpturen onderzoekt Amorales direct en metaforisch het spanningsveld tussen het individuele belang en de maatschappelijke regels: via spel, als hij de museumbezoeker uitlokt een monumentale mobile van cymbalen te activeren, in op het eerste gezicht sprookjesachtige animaties als The Cursed Village waarin een pastorale scene uitloopt in een lynchpartij of in de immersieve installatie Black Cloud waarin zwermen zwarte vlinders de toeschouwer omgeven en zo de dreiging van de massa indringend voelbaar maakt.
Voor de tentoonstelling The Factory produceert de kunstenaar in samenwerking met het Textiellab in Tilburg een nieuwe installatie: Orgy of Narcissus (2019), een fries van zestig met zijdegaren geweven doeken waarin hij het fenomeen van de ‘internet meme’ (online beelden die zich razendsnel verspreiden en steeds van gedaante en betekenis veranderen) onderzoekt met overlappende beeldenstromen van een figuur die gevangen zit in een eeuwigdurende narcistische orgie.
De tentoonstelling is samengesteld door Martijn van Nieuwenhuyzen in nauwe samenwerking met de kunstenaar.
PUBLICATIE
Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie in samenwerking met Mevis en Van Deursen, de Amsterdamse ontwerpers met wie Amorales in 2000 zijn eerste en nu antiquarische publicatie Los Amorales maakte. In dit nieuwe kunstenaarsboek staat Amorales’ studiopraktijk centraal. Via drie elkaar overlappende lagen, van stripachtige kaders (ontworpen door Elsa-Louise Manceaux), een manifest van Amorales over zijn kunstenaarschap en beelden uit zijn oeuvre, ontstaat een grafisch weefsel dat de lezer uitnodigt in en uit te zoomen op de vele aspecten van Amorales’ artistieke universum. Met een tekstbijdrage van Reinaldo Laddaga.
BIOGRAFIE
Carlos Amorales (Mexico City, 1970) was resident aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten (1996-97) en studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie (1992-95) in Amsterdam. Hij is de zoon van Rowena Morales en Carlos Aguirre, beiden bekende Mexicaanse conceptuele kunstenaars. Om zijn naam niet met zijn vader te hoeven delen, presenteerde hij zich als Carlos A. Morales, wat hij later samentrok tot Carlos Amorales.
In 2003 nodigde hij het publiek uit om lucha libre laarzen te maken in het Nederlands Paviljoen op de Biënnale van Venetië in het kader van de groepstentoonstelling We Are The World van toekomstig Stedelijk Museum-directeur Rein Wolfs. Wolfs toonde ook Amorales’ eigen platenlabel in een tentoonstelling Working Class Today…Mañana Nuevos Ricos! in Museum Fridericianum in Kassel (2009).
In 2004 begon Amorales zijn platenlabel Nuevos Ricos met muzikant Julián Lede. Het label specialiseerde zich in het produceren van grootschalige concerten en het distribueren van piratenedities van cd’s met covers gebaseerd op de silhouetten uit het Liquid Archive.
Een keuze uit solo- en projecttentoonstellingen: Faces, The Moore Space, Miami (2007), Dark Mirror, Irish Museum of Modern Art, Dublin, (2008), Discarded Spider, Cornerhouse, Manchester (2010), Germinal, Tamayo Museum, Mexico City (2013), The Man Who Did All Things Forbidden, Philadelphia Museum of Art (2014), Herramientas de trabajo, MAMM Museo de Arte Moderno Medellín (2017), Axioms for Action, MUAC, Mexico City (2018).
Carlos Amorales vertegenwoordigde Mexico op de 57ste Biënnale van Venetië (2017) met de installatie Life in the Folds die ook in het Stedelijk Museum te zien zal zijn.
Het werk van Carlos Amorales wordt gerepresenteerd door kurimanzutto, Mexico City en Galleri Nils Stærk, Kopenhagen.
De tentoonstelling Carlos Amorales – The Factory is mede tot stand gekomen dankzij de genereuze bijdrage van Ammodo en wordt mede mogelijk gemaakt door Nils Stærk, Kopenhagen en kurimanzutto, Mexico City. De publicatie is mede tot stand gekomen dankzij de steun van het Jaap Harten Fonds en Colección Isabel y Agustín Coppel.