Bekendmaking aankopen uit veelgeprezen tentoonstelling In the Presence of Absence
Nieuws — 25 jan 2021
Het Stedelijk Museum rondt de veelgeprezen tentoonstelling In the Presence of Absence af met de aankoop van een aantal werken van zeven kunstenaars. De tentoonstelling is onderdeel van het tweejaarlijkse project Voorstellen tot Gemeentelijke Kunstaankopen, dat kunstenaars of vormgevers die wonen en werken in Nederland uitnodigt te reageren op een open call. Deze editie toont een selectie kunstwerken en ontwerpprojecten met verschillende vormen van kennisoverdracht die verhalen aan het licht brengen die ongezien blijven, genegeerd zijn of vaker verteld mogen worden in publieke instellingen. Uit de groepstentoonstelling koopt het Stedelijk van de volgende kunstenaars werk aan: Remy Jungerman, Sadik Kwaish Alfraji, Ahmet Öğüt, Farida Sedoc, Ghita Skali, Jennifer Tee en Gilleam Trapenberg.
Rein Wolfs, directeur Stedelijk Museum: “Met de aankoop van deze zeven kunstenaars voegen we aan de collectie verhalen toe die nog niet verankerd lagen binnen collectieve kennisinstellingen als musea. Het werk van elke kunstenaar staat op zichzelf, maar biedt ook ander perspectieven op de collectie van het Stedelijk. Dankzij het aankoopbudget dat de gemeente Amsterdam tweejaarlijks voor de Gemeentelijke Kunstaankopen vrijmaakt en de additionele steun van begunstigers kunnen we deze verhalen ook in de toekomst een platform blijven geven.”
Touria Meliani, wethouder gemeente Amsterdam: "De kunstwerken en ontwerpprojecten van de tentoonstelling In The Presence of Absence hebben enorme indruk op me gemaakt. Met de aankopen van deze kunstenaars uit allerlei disciplines voegt het Stedelijk niet alleen mooie werken, maar ook nieuwe perspectieven aan de collectie.”
Britte Sloothaak, curator Stedelijk Museum: "Ook namens co-curator Fadwa Naamna, wil ik alle kunstenaars en vormgevers bedanken die meegewerkt hebben aan de groepstentoonstelling. Door middel van onder andere archiefmateriaal, beeldspraak, schrift, muziek, installaties, film en performance hebben zij in de tentoonstelling het publiek bewustzijn uitgedaagd en verrijkt met kennis over onze samenleving die lang onderbelicht is geweest. Ik ben blij dat een selectie van deze werken een permanente plek krijgt in de collectie."
De groepstentoonstelling In the Presence of Absence werd zeer positief ontvangen in de media en door het publiek. De Volkskrant gaf vier sterren en schreef: “zelfreflectie in sprankelende, frisse tentoonstelling”. Ook NRC beoordeelde de tentoonstelling met vier sterren met het commentaar “goede, actuele kunst die ook de veelkantigheid van de dingen laat zien.” Parool noemde de tentoonstelling een “belangrijke expositie, juist nu”.
De tentoonstelling loopt af tijdens de lockdown en wordt niet verlengd. Wel biedt de website meer verdieping met long reads en voor elke kunstenaar een eigen pagina met achtergrondinfo. Houd deze pagina ook in de gaten waarop volgende week een live tour door de tentoonstelling te zien is. Daarnaast gaan de deelnemende kunstenaars met elkaar in gesprek in een serie van drie talkshowafleveringen. Als afsluiting van de tentoonstelling lanceren de Blikopeners een driedelige podcastserie over enkele werken en gaan de jonge medewerkers van het Stedelijk in gesprek met Rein Wolfs over hoe je zoveel mogelijk verhalen kunt vertellen in een museum.
Meer informatie over de aangekochte werken:
Remy Jungerman, PROMISE IV, 2018-2019.
Promise IV is een sculptuur geïnspireerd op de beeldtaal van het 20e-eeuwse modernisme en de winti religie en altaren van de Marrongemeenschap. Marrons zijn mensen van Afrikaanse afkomst die zich in de 18e eeuw in het binnenland van Suriname hebben gevestigd, nadat ze de slavernij in deze voormalige Nederlandse kolonie waren ontvlucht. In PROMISE IV verbindt Remy Jungerman verschillende beeldtalen en invloeden met elkaar die voor hem belangrijk zijn. Op deze manier brengt hij de culturen en tradities van zijn Surinaamse Marronvoorouders samen met de beeldtaal van kunstenaars als stanley brouwn en Mondriaan, en is het werk een belangrijke verbinding tussen deze kunstenaars in de collectie.
Dit werk is aangekocht mede dankzij de steun van de BankGiro Loterij.
Sadik Kwaish Alfraji, Sing Like the Southerners Do, 2019.
In deze tekeningeninstallatie onderzoekt en verweeft de kunstenaar met schrift, tekeningen en muziek persoonlijke verhalen en doorvlecht ze met een collectief gevoel van solidariteit voor iedereen die een exodus heeft meegemaakt. Sing Like the Southerners Do is onderdeel van een lopend project waarin hij het verhaal volgt van hoe hijzelf en zijn familie ontheemd raakten. De installatie wordt begeleid door traditionele mawāwīll (een Arabisch muziekgenre) uit Zuid-Irak, gezongen door Salman Al-Mankoub, over het leven, afscheid nemen, ruïnes, liefde, dood en dromen.
Ahmet Öğüt, Bakunin’s Barricade, 2015.
Geïnspireerd door anarchistisch denker Mikhail Bakunins nooit gerealiseerde voorstel om erfgoed in te zetten als barricade, creëerde Ahmet Öğüt een barricade van hekken, autowrakken, bouwmaterialen en andere objecten die vaak in de openbare ruimte worden aangetroffen, gecombineerd met een aantal door hem geselecteerde werken uit de collectie van het Stedelijk. Met Bakunin’s Barricade stelt Öğüt vragen over de waarde van kunst in tijden van sociaal-politieke omwentelingen. Mogen waardevolle kunstwerken ingezet worden om democratische waarden te verdedigen? Aan wie behoren deze kunstwerken uit publieke collecties toe? Welk cultureel erfgoed moet bewaard worden en wie bepaalt dat?
Dit werk is aangekocht dankzij de steun van het Mondriaan Fonds.
Farida Sedoc, The Future Ain’t What it Used to Be, 2020.
The Future Ain’t What it Used to Be is een canvas dat bestaat uit een collage van zeefdrukken dat vanuit historisch en actueel oogpunt een verhaal vertelt over de trans-Atlantische textielhandel die door Nederland werd gedreven met Indonesië en West-Afrika. Het textiel speelt hierin niet alleen een rol als consumentenartikel. Het is ook een betekenisdrager aangezien de bedrukte stoffen gezien kunnen worden als een archief waarin de herinneringen van een land zijn opgeslagen, evenals de wereldwijde verbindingen die hebben bijgedragen aan de vorming van een nationale identiteit. Als deze stoffen op het lichaam worden gedragen, verbinden ze het persoonlijke met het collectieve van de samenleving. In The Future Ain’t What it Used to Be worden identiteit, politieke boodschappen en economische structuren aan de kaak gesteld en bevraagd.
Ghita Skali, Ali Baba Express: Episode 2, 2020.
In Ali Baba Express: Episode 2 brengt Ghita Skali een clandestiene vervoerseconomie tussen Marokko en diverse plaatsen in Europa aan het licht. In fysieke vorm bestaat het werk uit een onbeperkte voorraad verbenatheebladeren, die in de loop van de tijd verandert afhankelijk van hoeveel bladeren het publiek mee naar huis neemt. Door nieuwe transacties te regelen wanneer de voorraad theebladeren moet worden aangevuld, houdt Skali een directe uitwisseling gaande tussen het museum en de dagelijkse realiteit buiten de museummuren. Het werk toont een systeem waarin vraag en aanbod worden aangedreven door een economie die draait op herinneringen en de herbeleving daarvan via de smaak: waarom smaakt iets sterker als je weet dat je er niet altijd aan kunt komen?
Ghita Skali’s recente film installatie The Hole’s Journey is gekocht in samenhang met de donatie van het werk Ali Baba Express: Episode 2.
Jennifer Tee, Tampan Ship of Souls #2 en Tampan the Collected Bodies, 2020.
Tampan Ship of Souls #2 en Tampan the Collected Bodies zijn collages van tulpenblaadjes. Het patroon waarin ze zijn aangebracht, verwijst naar Tampan- en Palepai-doeken. Deze zijn afkomstig uit de Lampung-regio in het Indonesische Zuid-Sumatra en werden waarschijnlijk gebruikt bij ceremonies die ervoor dienden om momenten in de levenscyclus te markeren. Omdat er op de doeken vaak een schip staat afgebeeld, worden ze ook wel scheepsdoeken genoemd. In de boot bevinden zich mensfiguren, dieren en objecten. De mast vertakt in een levensboom, die omringd wordt door ornamenten. De afgebeelde schepen zijn een verwijzing naar het leven als een spirituele reis. Naar verluidt vormden deze doeken tijdens ceremonies en overgangsrituelen een verbinding met de spirituele wereld.
Dit werk is aangekocht dankzij de steun van het Van Berckel-Boehmer Fonds.
Gilleam Trapenberg, This Surely Must Be Paradise, 2020.
De foto’s Renita & Steven (2020), Party chairs (2020) en Jessy (2020) van Trapenberg’s fotografisch project This Surely Must Be Paradise worden onderdeel van de fotografie collectie van het Stedelijk. This Surely Must Be Paradise is gemaakt op Sint-Maarten dat kwesties aansnijdt rondom de voorstelling en beeldvorming van het Caribisch gebied. Gilleam Trapenberg woont in Amsterdam, is geboren op Curaçao en bezocht als jongen vaak Sint-Maarten, waar zijn vader een bedrijf runt. Zijn foto-installatie bestaat uit portretten van kennissen en vrienden, beelden van landschappen en woonwijken op Sint-Maarten, en panorama’s zoals te vinden in reisbrochures. Trapenberg plaatst verschillende kanten van het eiland naast elkaar en creëert een genuanceerdere kijk op Sint-Maarten.
Dit werk is aangekocht mede dankzij de steun van het Mondriaan Fonds en een particuliere begunstiger van het Stedelijk Museum Amsterdam.
Deze aanwinsten zijn gerealiseerd dankzij financiële steun van de Gemeente Amsterdam, het Mondriaan Fonds, het Van Berckel-Boehmer Fonds, de BankGiroLoterij en extra bijdragen van particuliere begunstigers van het Stedelijk Museum Amsterdam.