Werker Collective
Kunstenaarspagina
Kunstenaarspagina — 2 sep 2020
Aan de tentoonstelling In the Presence of Absence, voorstellen voor de tweejaarlijkse gemeentelijke kunstaankopen, nemen 23 kunstenaars(collectieven) deel. Deze kunstenaarspagina bevat een tekst over het werk en een kunstenaarsbijdrage.
Werker 2 – A Gestural History of the Young Worker (2019) kijkt kritisch naar hoe het arbeiderslichaam wordt afgebeeld en gerepresenteerd. Voor dit project werkte Werker Collective samen met LGBTQI+-activist en curator Georgy Mamedov uit Kirgizstan. Geïnspireerd op de Worker Photography Movement die in de jaren 1920 ontstond en waarbij fotografen samenwerkten met arbeiders en vakbonden om sociale en politieke omstandigheden vanuit het perspectief van de arbeidersklasse in beeld te brengen, onderzoekt Werker Collective de relatie tussen arbeid en fotografische representatie daarvan – zowel in het nu als in het verleden. Thema’s daarbinnen zijn onder meer gender, feminisme en queerness.
Werker 2 – A Gestural History of the Young Worker vertrekt vanuit de beeldvorming van het arbeiderslichaam in de voormalige Sovjet-Unie (USSR), waar arbeiders afgebeeld werden met sterke, atletische lichamen en vastberaden gezichten. De USSR is eveneens een van de landen waar de Workers Photography Movement haar oorsprong heeft. Beeldmateriaal uit tijdschriften, propaganda en archieven afkomstig uit de USSR, wordt in Werker 2 – A Gestural History of the Young Worker gecombineerd met documenten afkomstig uit het Werker Archief in Amsterdam. Het project onderzoekt de normatieve beeldvorming van het (arbeiders)lichaam, de verheerlijking daarvan en de onderdrukking van niet-normatieve lichamen die daarmee gepaard gaat.
De installatie baadt in rood licht: een verwijzing naar homoclubs waar gecruised wordt en naar een doka: de ruimte waar analoge foto’s ontwikkeld worden. In feite is dat ook wat Werker 2 – A Gestural History of the Young Worker wil laten zien: dat de geschiedenis van het onderdrukte lichaam bewijst dat het tijd is voor een verdere ontwikkeling en het kritisch bevragen van normatieve archetypes. Werker 2 – A Gestural History of the Young Worker was vorig jaar te zien op de 5e Ural Industrial Biennial of Contemporary Art in Jekaterinenburg, Rusland. Vanwege de in 2013 ingevoerde wet tegen homopropaganda, moest het project daar worden getoond met een 18+-leeftijdswaarschuwing. Zes beelden moesten zelfs uit de installatie en publicatie worden verwijderd. In het Stedelijk is de ongecensureerde versie te zien van Werker 2 – A Gestural History of the Young Worker.
Werker Collective is in 2009 opgericht door Marc Roig Blesa en Rogier Delfos in Amsterdam. Het collectief streeft ernaar een open platform te zijn dat onder meer het neoliberalisme, het patriarchaat en andere dominante machtsstructuren aan de kaak stelt. Werk van Werker Collective was onder andere te zien in The Showroom (Londen), Foam (Amsterdam) en Tate Modern (Londen).
Kunstenaarsbijdrage
Smychka van werk en verlangen
Werker Collective stelde deze publicatie samen tijdens een kunstenaarsresidentie in de Oeral - de industriële kernregio van de Sovjet-Unie - waar ooit de sterke, atletische lichamen van arbeiders met strenge, vastberaden koppen en noeste, strak gecoördineerde gebaren werden opgehemeld in schilderijen, standbeelden en foto’s. De visuele verheerlijking van de arbeider en de arbeid in de Sovjettijd was gebaseerd op de marxistische dialectische opdracht om de vervreemding te overwinnen tussen de verschillende elementen binnen de maatschappijstructuur, en dan met name de kloof tussen fysieke en intellectuele arbeid. In het politieke vocabulaire van de vroege Sovjet-Unie verwees het woord smychka naar deze drang tot samenwerking en harmonie in de maatschappij. In de beeldcultuur van de Sovjet-Unie werd smychka op verschillende manier voorgesteld. Tijdens de industrialisatie in de jaren 1920 en begin jaren 1930 namen kunstenaars de arbeidersethiek van collectiviteit over door kunstenaarsbrigades op te zetten die hun artistieke werk tot ontwikkeling brachten op bouwplaatsen en op de werkvloer in fabrieken. De Sovjetschilderijen uit de jaren 1960 gaven een romantische invulling aan het idee smychka door de grenzen tussen fysieke en intellectuele arbeid visueel te vervagen. Men portretteerde de werker als denker.
Gebaren zijn primaire uitingen van lichamen in de sociale ruimte, aangezien ze voorafgaan aan woorden bij het uitdrukken van verlangen, pijn, opwinding, angst, ontspanning en onrust. Expressie via gebaren is vooral belangrijk voor gemarginaliseerde en maatschappelijk niet-geaccepteerde lichamen. Als het vermogen van lichamen om te spreken wordt ingeperkt door hun omgeving ontwikkelen ze een vocabulaire waar geen gesproken woord aan te pas komt. Zwaaiende heupen, een knipoog, een stevige handdruk of zachte aanraking van de schouder vormen het visuele lexicon van het verzet tegen de (hetero)normatieve assimilatie van gequeerde lichamen en hun verlangens. Gebaren zijn vluchtig. Ze zijn moeilijk te documenteren en verdwijnen vaak als vanzelf. Gebaren zijn altijd context-afhankelijk en open voor interpretatie.
Dat geldt ook voor een poging om de geschiedenis te (re)construeren van mensen die zijn onderdrukt, de mond gesnoerd of uitgestoten. In dit licht is de publicatie van een beeldgeschiedenis van gebaren op zich al een gebaar: speels en pijnlijk, hitsig en ingetogen, teder en agressief, bevrijdend en onderdrukkend, clandestien en open-en-bloot. De Gestural History of the Young Worker is een montage van anti-normatieve blikken, bewegingen, houdingen, glimlachjes en tranen en benadrukt het dialectische karakter van typische arbeidsgebaren die vaak uitbuitend, onderwerpend en vernederend zijn, maar ook het potentieel bezitten emancipatoir te gaan werken.
Montage is een combinatie van twee gebaren: losknippen en samenvoegen. Het lossnijden van documenten uit hun oorspronkelijke context is een communicatieve handeling die ruimte schept om gerechtigheid te zoeken voor een onderdrukt verleden. Losgekoppeld en opnieuw aaneengevoegd - volgens de montagemethode - onthullen deze herbewerkte documenten niet alleen verborgen verhalen, maar werpen ze ook licht op mogelijke toekomsten. De toekomst die opdoemt in deze selectie van documenten is geen blauwdruk van een nieuwe maatschappij. Het toont niet meer dan de mogelijkheid daarvan, als een vluchtige oproep tot solidariteit tussen alle gekwelde lichamen met hun gedeelde verlangen naar lichamelijk contact en hun collectieve strijd, en tot arbeid als een creatief, voldoening schenkend en cumulatief proces.
Arbeiders zijn niet langer helden; queers zijn nooit als zodanig afgebeeld. Arbeiders zijn queer. Dit is zowel een kritisch als een futuristisch idee. In de loop van de geschiedenis zijn arbeiders en queers steeds weer tegen elkaar uitgespeeld. Rechtse regimes en politici van over de hele wereld verwijzen naar arbeiders als een baken van stabiliteit en tradities, terwijl ze queers afschilderen als een bedreiging voor de traditionele waarden. Ook internationaal links heeft opvallend genoeg telkens weer de belangen van arbeiders geplaatst tegenover die van de LGBTQ+ en vrouwenbeweging. Werker Collective wordt zowel geïnspireerd door de emancipatoire politiek van de internationale arbeidersbeweging, als door de politiek van lichamelijke bevrijding van radicale queers en feministen en biedt een ander soort smychka: een utopische synthese van werk en verlangen.