Rustwijk & Pandellis
Zaal 0.19
Online Archief — 26 okt 2021
George Gerhardus Theodorus Rustwijk is een homo universalis. Hij houdt zich bezig met theater, poëzie, schrijven, muziek, fotografie, decorontwerp en teken- en schilderkunst. Hij geeft les in het atelier New Town Studio in Georgetown, Brits-Guyana en wordt er benoemd tot professor. Rustwijk stimuleert het culturele bewustzijn in Suriname en stelt maatschappelijke problemen aan de kaak, zoals de gebrekkige drinkwatervoorzieningen in Paramaribo. Omdat hij zich met deze activiteiten tegen het Nederlandse bewind keert, stuit hij op weerstand. Rustwijks atelier aan de Waterkant, dat een ontmoetingsplaats is voor kunstenaars, brandt onder onduidelijke omstandigheden af.
De Griekse kunstenaar Jean Georges Pandellis reist in 1922 via Engeland, Parijs en Brits- en Frans-Guyana naar Suriname. Het is in die tijd bijzonder dat een internationale kunstenaar zich in Paramaribo vestigt. Pandellis geeft er tekenles aan de Ambachtsschool alsook in zijn eigen atelier, waar hij sjabloneren, batikken, schilderen en tekenen doceert. In 1927 exposeert hij samen met zijn leerlingen onder meer nageschilderde kunstplaten en foto’s in Paramaribo. Pandellis begeleidt onder anderen de later succesvolle kunstenaars Wim Bos Verschuur en Leo Glans. In 1928 vertrekt hij naar Curaçao en woont daarna vanaf 1936 tot zijn overlijden op Aruba. Op beide eilanden zet hij zich in voor de ontwikkeling van kunsttalenten.
Leo Glans, geboren in een creoolse middenstandfamilie, leert in de jaren 1920 in Paramaribo in een Europese stijl schilderen en tekenen. Het onderwijs dat hij bij Nederlandse fraters volgt, is geënt op Nederlandse lesmethodes en voorbeelden. Schilder- en tekenles krijgt hij van de Griekse kunstenaar Pandellis en de Surinaamse kunstenaar Wim Bos Verschuur, bij wie hij onder meer Bijbelse voorstellingen naar reproducties leert schilderen. Omdat er geen bevoegde kunstopleiding in Suriname is, vertrekt hij samen met Bos Verschuur in 1929 naar Nederland. Glans is de eerste Surinamer die in 1934 afstudeert aan de Rijksakademie in Amsterdam, waar hij zich toelegt op portretten en figuurstudies. Door lepra wordt Glans begin jaren 1940 blind en moet hij zijn carrière vroegtijdig afbreken.