Blog — 23 mrt 2012 — Ingeborg de Roode

Afgelopen week opende de 25ste TEFAF. Ik vind het nog steeds ongelooflijk dat het Maastricht is gelukt om de belangrijkste algemene kunst- en antiekbeurs ter wereld op de kaart te zetten. Elk jaar kun je er ongeveer driekwart van alle oude meesters die op dat moment op de markt zijn zien, dat is natuurlijk heel efficiënt voor musea, verzamelaars en alle liefhebbers. Ook op het gebied van kunstnijverheid, beeldhouwkunst, archeologie, oosterse kunst, sieraden en moderne kunst is het aanbod sterk.

Voor mij, als conservator industriële vormgeving, is het belangrijk dat er sinds een aantal jaar een aparte sectie design is. Handelaren uit onder meer Duitsland, Frankrijk, Engeland, Denemarken en de Verenigde Staten bieden er meubels, glaswerk, keramiek en dergelijke aan. Bijna altijd zijn belangrijke ontwerpers als Gerrit Rietveld, Le Corbusier, Charlotte Perriand, Marcel Breuer en Josef Hoffmann vertegenwoordigd. Dit jaar was er bij galerie l’Arc en Seine ook een mooie collectie art deco glaswerk van de Franse ontwerper Maurice Marinot, die in Nederland niet zo bekend is. Het is fantastisch om zoveel interessante stukken bij elkaar te zien. En je mag de meeste nog aanraken ook!

Soms kom ik ook buiten de designsectie opvallende stukken tegen. Blairman uit Londen, die altijd in de sectie met oudere kunstnijverheid staat, verkoopt met name objecten uit de Arts and Crafts periode (de laatste decennia van de negentiende eeuw). Heel interessant om die in Nederland te zien, want nergens goed vertegenwoordigd. Dit jaar hing er een prachtig glas-in- lood raam van Pre-Raphaeliet Edward Burne Jones. Bij de moderne kunst galerie van Ben Brown uit Londen stond een fauteuil van Ron Arad, een van de weinige meer recente meubels op de beurs. Een verrassing voor mij was de chaise longue van de Argentijnse ontwerper Francisco Gomez Paz bij Antoine Chenevière Fine Arts. Gemaakt door zadelmakers, zo werd mij door een galeriemedewerker verteld.

Het is de vraag hoe lang de TEFAF zijn positie in de kunstmarkt kan behouden. Hoewel het langzaam wel iets verschuift, zijn de meeste kunsthandels en galeries afkomstig uit Europa en Amerika en dat geldt ook voor de ongeveer 75.000 bezoekers. Juist in Maastricht werden afgelopen week echter op een symposium cijfers gepresenteerd waaruit blijkt dat China vorig jaar met 30% van de wereldwijde omzet aan kunst en antiekverkopen de nummer 1 positie van de Verenigde Staten heeft overgenomen. Heel veel Aziaten zie je echter nog niet in Maastricht. Wanneer zullen de kunsthandels gaan denken dat ze maar beter naar de Aziatische klanten toe kunnen gaan? Ik hoop dat dat nog even duurt en dat wij in Nederland van dit geweldige evenement kunnen blijven genieten.