Bad Thoughts
The Making Of
Blog — 7 jul 2014 — Martijn van Nieuwenhuyzen
Een klein jaar geleden zijn we gestart met de voorbereidingen van de zomerpresentatie van 2014: BAD THOUGHTS – Collectie Martijn en Jeannette Sanders, een ruime keuze uit de collectie van het bekende Amsterdamse verzamelaarspaar. Het gebeurt niet vaak dat het Stedelijk Museum een tentoonstelling van een privéverzameling maakt, hoewel het museum op de keper beschouwd juist een initiatief van particulieren is. Het Stedelijk werd eind 19de eeuw mede door Amsterdamse verzamelaars opgericht in een cultuuroffensief dat ook leidde tot de oprichting van de Stadsschouwburg en het Concertgebouw. De relatie tussen particuliere verzamelaars en de musea is complex en kent vele momenten van toenadering en verwijdering, maar particulieren zijn altijd van grote betekenis voor de collectievorming van musea geweest. Privéverzamelaars zijn schenkers aan museumcollecties en tentoonstellingen zouden zonder hun bruiklenen niet te realiseren zijn
Particuliere collecties
Sinds kort staat de relatie tussen het museum en de privéverzamelaar weer volop in de belangstelling. De afgelopen jaren hebben verschillende Nederlandse musea delen van particuliere collecties geëxposeerd. Zo toonde het Bonnefantenmuseum in Maastricht in 2011 de belangrijke Collectie Visser (die toen reeds in Museum Kröller Müller was ondergebracht). Een andere grote privé collectie, de Collectie Van Caldenborgh, was in 2002 in Museum Boijmans – van Beuningen te zien en in 2011 nogmaals in de Kunsthal in Rotterdam.
Het Stedelijk Museum heeft door de jaren heen regelmatig met particuliere verzamelaars samengewerkt. In 1984 toonde het museum een ruime keuze uit de Nederlandse collectie van Agnes en Frist Becht. Rudi Fuchs gaf verzamelaar Christiaan Braun in de jaren negentig een eigen ‘Kabinet Overholland’ en Gijs van Tuyl ging een samenwerking aan met de Broere Foundation. In 1985 vroeg de net aangetreden directeur Wim Beeren aan Martijn en Jeannette Sanders in zijn tentoonstelling Wat Amsterdam Betreft een zaal met een keuze uit hun collectie in te richten. Het was de eerste en ook meteen de enige keer dat deze toen nog jonge Amsterdamse verzamelaars iets publiekelijk lieten zien van hun groeiende verzameling internationale hedendaagse kunst. Bij die gelegenheid sprak Beeren de wens uit de Collectie Sanders nog eens op grote schaal in het Stedelijk te tonen. Gijs van Tuyl pakte dit idee in 2009 weer op. Hij wist het echtpaar over te halen eindelijk dat grote overzicht van hun verzameling in het Stedelijk te maken.
Verzamelaarsnest
Nu is het dan zo ver: 43 jaar nadat zij met verzamelen begonnen is een ruime keuze uit de collectie van Martijn en Jeannette Sanders voor het eerst in het openbaar te zien. Martijn Sanders was lange tijd directeur van het Concertgebouw, waar hij de internationale reputatie van dit klassieke muziekpodium uitbouwde en onder andere een grote renovatie voor elkaar kreeg. Tegenwoordig is Sanders o.a. voorzitter van Holland Festival en van de Vereniging Rembrandt. Zijn vrouw Jeannette was werkzaam in de sociale psychiatrie. Martijn komt uit een echt verzamelaarsnest. Zijn ouders hadden een grote verzameling moderne kunst. Vader Piet Sanders was juridisch adviseur van het Stedelijk onder Sandberg. Ook Martijn en Jeannette Sanders hebben een lange relatie met het Stedelijk, ze kwamen er als studenten al veel. “Het museum is voor ons de bakermat” zeggen ze, “de band met het Stedelijk loopt als een rode draad door ons leven.” Martijn was, net als zijn vader, lid van de Commissie van Aanwinsten van het museum. Ook leidde hij in 2003 de Commissie Sanders, die het gemeentebestuur adviseerde over de herontwikkeling van het Stedelijk. Diverse leden van de Sanders familie deden belangrijke schenkingen aan het museum.
Bad Thoughts
De tentoonstelling BAD THOUGHTS – Collectie Martijn en Jeannette Sanders, die vanaf 20 juli te zien is, onderstreept de bijzondere relatie tussen het Stedelijk en het echtpaar. Voor mij als conservator van de tentoonstelling is dit een speciaal project omdat ik als student kunstgeschiedenis in het midden van de jaren tachtig al aan de Collectie Sanders heb gewerkt. Ik werd toen door Martijn en Jeannette gevraagd hun verzameling te inventariseren. Een aantal jaar heb ik in hun Amsterdamse appartement en in hun externe depot alle werken die zich toen in de collectie bevonden door mijn handen laten gaan, opgemeten, beschreven en in een handgeschreven kaartsysteem ondergebracht. In die tijd heb ik zowel de verzamelaars als hun collectie goed leren kennen en een beeld gekregen van de drijfveren van deze gepassioneerde kunstliefhebbers. Toen ik vorig jaar aan de tentoonstelling begon zag ik hoe enorm de collectie in dertig jaar was gegroeid.
Tijd om terug te kijken
Martijn en Jeannette Sanders hebben lang geaarzeld of ze hun collectie in een museum zouden tonen. Aanbiedingen daartoe hebben ze altijd afgehouden, met uitzondering van die ene tentoonstelling met Wim Beeren in 1985. “We waren toen nog volop mee bezig met verzamelen en wilden niet tussentijds verantwoording afleggen” zeggen zij daar nu over. Nu de verzamelaars beiden de 70 naderen, zijn ze, zou je kunnen zeggen, in een meer reflectieve fase beland en vinden ze het moment daar om samen met het museum de stand van zaken op te maken. Het museum kreeg de volledige vrijheid een eigen visie op de verzameling te formuleren en een keuze voor de tentoonstelling te maken. Na een aantal rondes waarbij zeker ook een aantal favorieten van de verzamelaars moesten sneuvelen, zijn we tot een selectie gekomen die de karakteristieken van deze verzameling duidelijk naar voren haalt. Daarbij is de breedheid van de collectie nog steeds zichtbaar, want het echtpaar is in zijn verzamelactiviteiten behoorlijk omnivoor. Zij verzamelen niet volgens een programma, maar kiezen kunst waar ze persoonlijk door geraakt worden. En dat is vaak kunst met een figuratief en verhalend karakter. De Collectie Sanders beweegt zich in het spanningsveld van beeld, verhaal en werkelijkheid. Veel werk uit de collectie belicht daarbij de schaduwkant van de menselijke natuur. Die thematiek vormt de leidraad van de tentoonstelling BAD THOUGHTS, een titel die ontleend is aan het gelijknamige werk van Gilbert & George uit 1975. Een titel die ook een knipoog is naar de verslavende praktijk van het verzamelen.
“Een constante reeks aan keuzes”
Hoewel het museum bij het samenstellen van de tentoonstelling nadrukkelijk de vrije hand kreeg, zijn de verzamelaars zijn steeds nauw betrokken geweest bij de stappen die we als team namen in de verschillende fasen van het project. Zo hadden we gezamenlijke gesprekken met de New Yorkse architect Florian Idenburg (SO-IL Architects), die met een prachtig open ontwerp voor de tentoonstelling kwam. “Verzamelen is constante reeks aan keuzes,” stelt Idenburg. Hij verwerkte dit principe in een tentoonstellingsparcours waarin de bezoekers hun eigen route kiezen en eigen verbanden en inzichten creëren tussen de schilderijen, beelden, video’s en installaties van kunstenaars uit verschillende generaties.
Inrichten tentoonstelling
In de tentoonstelling is goed te zien hoe het echtpaar Sanders bepaalde kunstenaars door de jaren heen heeft gevolgd en een speciale band met hen heeft ontwikkeld. Enkelen van deze ‘kernkunstenaars’ zijn Anselm Kiefer, Ger van Elk, Gilbert & George, Armando, Frank van den Broeck en Anton Henning. Hun werk is in soloruimtes zien. Daarnaast worden specifieke stromingen in een aantal zalen speciaal uitgelicht, zoals de ‘narrative art’ uit de jaren zeventig en de ‘nieuwe schilderkunst’ uit de jaren tachtig. Op dit moment zijn we druk bezig met het inrichten van de tentoonstelling. Achter de schermen is het team al weken in de weer met conserveren, inlijsten, bouwen, redigeren, transporteren, fotograferen, etc. Kunstenaar Anton Henning komt over uit Berlijn om een speciale installatie te maken met de meer dan twintig werken van zijn hand in de Collectie Sanders. Gilbert & George zijn speciale gasten op de opening.
Voor de publicatie die bij de tentoonstelling verschijnt zijn Martijn en Jeannette Sanders uitgebreid geïnterviewd. In het boek zijn ook een aantal ‘statements’ van kunstenaars (onder wie Anselm Kiefer en Gilbert & George) opgenomen over hun relatie tot de verzamelaars. Beatrix Ruf, de nieuwe artistiek directeur van het Stedelijk, schreef een voorwoord: haar eerste bijdrage aan een Stedelijk catalogus. Na de zomer worden verschillende activiteiten rond de tentoonstelling georganiseerd, zoals een Masterclass Verzamelen vanuit de Stedelijk Academie, er zijn Gallery Talks en er is een speciale avond voor Young Stedelijk, die georganiseerd wordt in samenwerking met Frederieke Sanders van Traa, dochter, verzamelaar en Young Stedelijk ambassadeur.
Zelf verzamelen?
In september zullen we een aantal zalen in de tentoonstelling wisselen, om een nog breder beeld van deze unieke Amsterdamse verzameling te kunnen bieden. Loop je met het idee rond zelf een verzameling van hedendaagse kunst te beginnen? Kom deze zomer dan naar het Stedelijk en laat je inspireren door de collectie van twee Amsterdammers die zelf ooit verklaarden dat geen haar op hun hoofd er over dacht een kunstverzameling aan te leggen.