Dit is het enige toneelstuk van Pablo Picasso, hij schreef het in januari 1941. Het stuk geeft, in zes bedrijven, de stemming weer in de Hongerwinter tijdens de 2e Wereldoorlog; er wordt vooral over eten en de (lichamelijke) liefde gesproken. In 1944 werd de met de hand geschreven tekst, voorzien van tekeningen van situaties en regieaanwijzingen, in facsimile uitgegeven in een oplage van slechts 35 exemplaren. In maart 1944 werd er door de Parijse intelligentsia een leesuitvoering van het stuk gegeven bij Michel Leiris thuis. Spelers waren Simone de Beauvoir, Dora Maar, Germaine Hugnet, Louise Leiris, Michel Leiris, Jean-Paul Sartre, Raymond Queneau, Jacques Bost, Jean Aubier en Zanie Aubier; e.e.a. onder muzikale begeleiding van Georges Hugnet. Het stuk zou - uitsluitend voor genodigden - op 4 juni 1955 worden opgevoerd in de aula van het Stedelijk Museum, maar werd op last van de wethouder afgelast. Volgens de Volkskrant had dat te maken met ‘De vormgeving van het stuk. De hoofdrol is een negerin, die, op haar kousen na, ten tonele verschijnt, zoals zij werd geschapen. Zij doolt rond door een aantal uiterst onsmakelijke, zeer aanstoot gevende obscene taferelen, zoals die zeker in Nederland nooit zijn vertoond. Het past een dagblad niet ze nader te beschrijven’.
c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam

Vervaardigers

Collectie

Kunstenaarsboeken

Datum vervaardiging

1941, druk 1944

Bibliotheek

Klik hier om 14 aan dit werk gerelateerde documenttitels te zien

Afmetingen

31.7 x 24cm.

Materiaal en techniek

facsimile handschrift

Objectnummer

KBA 641