Tentoonstelling — 27 feb t/m 30 mei 2015

In het jaar van de nationale herdenking van 70 jaar bevrijding presenteert het Stedelijk de tentoonstelling Het Stedelijk in de oorlog. De presentatie is opgebouwd met werk uit de eigen collectie en bevat uniek, niet eerder vertoond beeldmateriaal. Ook worden de resultaten van het herkomstonderzoek inzichtelijk gemaakt en van context voorzien. 

In Het Stedelijk in de oorlog komen vijf verhaallijnen samen. 

De jaren dertig: kunst op de vlucht 

De tentoonstelling begint met joodse kunstenaars, verzamelaars en handelaren die hun land ontvluchtten nadat Hitler in 1933 aan de macht kwam. Hun kunst was door de nazi’s ‘entartet’ verklaard. Toenmalig conservator Willem Sandberg en Stedelijk-directeur David Röell steunden deze immigranten door middel van opdrachten en aankopen. Zo kocht het museum van kunsthandelaar Herbert Tannenbaum werk van onder meer Paul Klee en gaf Sandberg in 1938 Bauhaus-kunstenaarJohannes Itten opdracht voor een velum voor boven de monumentale trap. En terwijl in 1937 Hitlers tentoonstelling Entartete Kunst door Duitsland reisde zodat het publiek het werk kon beschimpen, gaf het Stedelijk moderne kunst juist positieve aandacht, met tentoonstellingen als Abstracte Kunst (1938) en Parijse Schilders (1939).

Een bunker ter bescherming van de kunst 

Nadat Willem Sandberg in 1938 in Spanje de verschrikkingen van de burgeroorlog zag, nam hij het initiatief voor de aanleg van een bunker in de duinen bij Castricum. 

Het Stedelijk was zodoende het eerste museum met een bunker. Al snel klopten ook andere musea aan voor hulp, zoals Museum Boijmans van Beuningen, het Rijksmuseum (de bunker, ook wel ‘de kluis’ genoemd, herbergde een tijd de opgerolde Nachtwacht), het Frans Hals Museum en de Lakenhal. Maar ook privéverzamelaars deden een beroep op het Stedelijk, zoals de familie Van Gogh en diverse joodse verzamelaars. Uiteindelijk zou de bunker aan meer dan 500 collecties onderdak bieden. Na de oorlog kreeg het museum opvallende schenkingen als dank, getuige onder meer een werk van Van Gogh en van Kokoshka in de collectie. 

De bewaarde logboeken, ook in de tentoonstelling te zien, maken zichtbaar wie de bunker bezochten. Dat waren museummedewerkers en verzamelaars, maar ook verzetsmensen, en kunstenaars die inspiratie kwamen opdoen. Werkman was bijvoorbeeld al een tijd niet meer productief maar nadat hij in 1941 op uitnodiging van Sandberg de verstopte Rembrandts en Vermeers in de duinen kon bekijken nam zijn werklust weer toe. 

Het museum in oorlogstijd 

In de periode 1940-1945 waren de monumentale panden aan het Museumplein ingenomen door de Nazi’s en bevonden zich Duitse bunkers op het Museumplein. Waar andere musea hun deuren moesten sluiten of ingericht werden als ziekenhuis was het Stedelijk ‘gewoon’ open. 

De bezetter dwong in 1943 twee propagandistische tentoonstellingen af: Kunstenaars zien den Arbeidsdienst en De Jeugdherberg van morgen. Maar het museum pleegde ook klein verzet door vaderlands-lievende onderwerpen te programmeren als Stad en land (1942), met op de achtergrond opdrachten aan kunstenaars die zich niet hadden aangesloten bij de Kultuurkamer. Een ander voorbeeld is de tentoonstelling 150 jaar mode (1942), dat centraal op het affiche het woord ‘moffen’ had, wat al snel na de opening moest worden verwijderd. 

Daarnaast kregen de aan het museum verbonden kunstenaarsverenigingen veel ruimte. Waar Röell en Sandberg voor de oorlog nog graag van hen af hadden gewild (ze stonden hun wens om van het Stedelijk een museum voor moderne en hedendaagse kunst te maken in de weg), werden ze nu omarmd. Aangezien deze kunstenaars zich hadden aangemeld bij de Kultuurkamer en dus ruimte moesten krijgen om zich te presenteren, vormden ze op dat moment een goed alternatief voor veel ergere Duitse inmenging. 

De graficus Sandberg vervalste voor het verzet identiteitsbewijzen en was betrokken bij de voorbereidingen van de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister op 27 maart 1943. Alle leden van de verzetsgroep, waar-onder Gerrit van der Veen, zouden worden gefusilleerd. Sandberg ontsnapte maar moest de resterende oorlogsjaren onderduiken. 

In die periode ontwikkelde hij zijn Experimenta typografica, unieke experimenten op het gebied van grafische vormgeving die nog tot op de dag van vandaag tot de topstukken van het Stedelijk Museum horen. 

Direct na de oorlog 

Een van de eerste tentoonstellingen na de bevrijding wijdde Sandberg, inmiddels directeur, aan de clandestiene druksels van zijn omgekomen vriend Werkman. Ook de tentoonstelling Piet Mondriaan in 1946 was in alle opzichten een overwinning van de moderne kunst op het naziregime. De tentoonstelling bevatte de Victory Boogie Woogie, Mondriaans onvoltooide ode aan het einde van de oorlog. Sandberg, die het doek niet kon verwerven met de schamele middelen die hij na de oorlog had, liet een kopie maken die hij nog jaren in zijn werkkamer zou hebben als ultiem symbool van de vrijheid. De kopie bevindt zich nog altijd in de collectie van het Stedelijk. 

Verder droeg het Stedelijk na de bevrijding bij aan de internationale recuperatie van roofkunst; Hans Jaffé, onderdirecteur onder Sandberg, was twee jaar lang actief als ‘Monuments Man’. Ook was Sandberg betrokken bij opdrachten voor vele oorlogsmonumenten in het land. 

Herkomstonderzoek 

De terugkeer van kunst naar de rechtmatige eigenaren was na de oorlog een vergaand probleem, onder meer doordat Sandberg, ter bescherming van joodse verzamelaars, hun namen in de bunker bewust niet noteerde. Velen kwamen niet terug, en in de chaotische tijd na mei 1945 belandden er kunstwerken in de collectie waarvan de herkomst decennia later nog een mysterie zou zijn. 

Het Stedelijk heeft, zoals vele Nederlandse musea, de afgelopen jaren diepgaand onderzoek gedaan in het kader van het landelijke onderzoek ´Museale Verwervingen sinds 1933´. Het leverde 16 werken op die mogelijk niet in het museum thuishoren omdat ze bijvoorbeeld door verzamelaars verkocht waren onder druk van de omstandigheden of na de oorlog waren achtergebleven in het museum. Daaronder bevinden zich werken van Kandinsky, Matisse en Jan Toorop. 3/3 

Van een aantal kunstwerken zijn de erven bekend en wordt er samen met de Gemeente Amsterdam (de huidige eigenaar) een verzoek ingediend bij de Restitutiecommissie, zodat een goede oplossing kan worden gevonden voor de toekomst van deze werken. 

In de tentoonstelling worden de vaak tragische verhalen die achter deze werken schuilgaan toegelicht door zaalteksten, korte filmpjes en archiefstukken die na jarenlang speurwerk zijn gevonden. Ook wordt een aantal werken getoond waarvan nog steeds niet bekend is hoe ze in de collectie zijn beland. En daarmee eindigt de tentoonstelling met de conclusie dat de Tweede Wereldoorlog voor musea als het Stedelijk Museum nog geen afgesloten hoofdstuk is. 

Voor meer informatie over de onderzochte werken in het Stedelijk, klik hier

Voor meer informatie over het landelijke onderzoek Museale Verwervingen vanaf 1933, klik hier

De tentoonstelling wordt gemaakt door Margriet Schavemaker, conservator en hoofd Onderzoek en Publicaties bij het Stedelijk Museum, in samenwerking met Margreeth Soeting, wetenschappelijk onderzoeker bij het Stedelijk en Gregor Langfeld, universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam.

oral history weekend, 11 en 12 april

Op 11 en 12 april vindt in het Stedelijk naar aanleiding van de tentoonstelling Het Stedelijk in de oorlog een 'oral history weekend' plaats. Oral history of 'mondelinge geschiedenis' beoogt persoonlijke herinneringen op een systematische wijze veilig te stellen voor de toekomst door middel van vraaggesprekken.

Heeft u nog herinneringen aan het Stedelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog of heeft u nog foto's of andere documenten uit die tijd? Of kent u iemand die deze periode heeft meegemaakt? Neem dan contact met ons op via oralhistory@stedelijk.nl of tel nr.: 020-5732608

Meer informatie

Verdieping:
Het stedelijk in de oorlog blog

Meer lezen of verder verdiepen in de geschiedenis van het Stedelijk voor, tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog? Lees meer op ons blog.

documentaire door Lex Reitsma


Public program

stedelijk|film, 24 feb 2015
Het Stedelijk in de oorlog: De Mythe Sandberg
Taal: Nederlands
Locatie: EYE filmmuseum Amsterdam
Meer informatie

stedelijk|forum, 12 mrt 2015
Werkman: Kunstenaar en Graficus in de oorlog
Taal: Nederlands
Locatie: Teijn Auditorium
Meer informatie

stedelijk|gallery talks, apr– mei 2015
Een rondleiding door de tentoonstelling met experts op het gebied van de kunstwereld tijdens de oorlog

Onderwijs 

(on)gehoorzaam - onderbouw HAVO VWO

 Voor de onderbouw van HAVO en VWO is er een speciale rondleiding bij de tentoonstelling. Deze leent zich goed voor een bezoek in het kader van de vakken geschiedenis, maatschappijleer en kunst algemeen. Bekijk en boek het programma hier

Catalogus en kinderboek 

Bij de tentoonstelling Het Stedelijk in de oorlog verschijnt bij uitgeverij Bas Lubberhuizen een catalogus onder redactie van Gregor Langfeld, Margriet Schavemaker en Margreeth Soeting, met essays van Rudi Ekkart, Gregor Langfeld, Roel Hijink, Margriet Schavemaker, Margreeth Soeting en Claartje Wesselink. (192 pagina’s, NL/EN, € 29,95) 

Querido geeft bij de tentoonstelling een bijzonder kinderboek uit: De bevrijding van het Stedelijk, geschreven door K. Schippers. Hij neemt de lezer mee in zijn herinneringen als achtjarig kind aan de oorlog, de Bevrijdingsdag en daarna, inclusief de indrukken die hij opdeed toen hij in mei 1945 voor het eerst het Stedelijk Museum bezocht. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. (32 pagina’s, NL, € 14,95).

blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van wat er speelt in het Stedelijk Museum.

inschrijven nieuwsbrief

 

De totstandkoming van de tentoonstelling Het Stedelijk in de Oorlog  wordt mede mogelijk gemaakt dankzij additionele steun van het Nationaal Comité 4 en 5 mei en het vfonds.

Onze activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door het vfonds met middelen uit de Nationale Postcode Loterij en de BankGiro Loterij. Uw deelname aan deze loterij wordt daarom van harte aanbevolen.