Nieuws — 6 apr 2006

De thematentoonstelling ‘Mapping the Studio’ laat zien hoe kunstenaars zich verhouden tot hun eigen werkomgeving, het atelier. Een accent ligt op kunstwerken uit de periode 1965 – 1975, toen veel kunstenaars de beslotenheid van het traditionele atelier verlieten.

De tentoonstelling wil een beeld geven van de transformaties van het atelier in deze periode. Hoe keken kunstenaars hier toen tegen aan? Welke alternatieven ontwikkelden zij voor de gesloten werkplek die het atelier lange tijd was geweest? Hoe definieerden kunstenaars hun werkruimte in de politieke en sociale context van die tijd? Ook wordt er werk getoond van een aantal prominente hedendaagse kunstenaars met uitgesproken opvattingen over hun werkruimte en de artistieke productie in of buiten het atelier.

‘Mapping the Studio’ is te zien in Stedelijk Museum CS van 12 mei tot en met 20 augustus 2006.

Een van de vroegste en meest cruciale momenten in de transformatie van het atelier zijn Bruce Naumans studiofilms (1967/1968). Bij hem zie je de overgang van het atelier als mythisch ‘heiligdom’ naar een vrij alledaagse werkruimte. Eenzelfde tendens is te zien bij Jan Dibbets die in zijn Amsterdamse atelier experimenteert met film en fotografie. De expositie toont naast zijn bekende fotowerken Perspective Corrections – My Studio ook de niet eerder getoonde 16 mm film Venetian Blindsdie Dibbets in 1971 in zijn atelier opnam.

Terwijl Nauman en Dibbets eind jaren zestig het atelier ontdoen van het mythische aura, vatten andere kunstenaars het op als een archaïsche, achterhaalde productieplek. Daniel Buren enGordon Matta-Clark verruilen het atelier voor (tijdelijke) projecten in de stad en Robert Smithson gebruikt afgelegen plekken in het landschap als materiaal en werkplek.

Daarnaast geven sommige kunstenaars hun werk een maatschappelijke dimensie. Zo definiëren bijvoorbeeld Martha Rosler en Mierle Laderman Ukeles de atelierruimte in feministische termen door commentaar te geven op de in die tijd typische vrouwelijke vormen van arbeid, zoals het onbetaalde werk van huisvrouwen.

Een andere tendens is die van het collectief. De expositie toont verschillende voorbeelden van leef- en werkgemeenschappen van kunstenaars, variërend van Andy Warhols The Factory en Gordon Matta-Clarks restaurant Food tot de radicale utopische commune Friedrichshof van de Wiener Aktionist Otto Mühl.

Naast het historische deel toont de expositie werk van de volgende hedendaagse kunstenaars: Gregor Schneider, John Bock, Atelier Van Lieshout en Rirkrit Tiravanija & The Land Foundation. VanGregor Schneider wordt een van de ruimtes van zijn Haus u r getoond, het Atelier. Bij Schneider vallen de werkplek, het kunstobject en het persoonlijk leven volledig samen. Atelier Van Lieshout realiseert een elegant model van Slave University (Female), een onderdeel van Slave City,een sinistere utopie gebaseerd op hedendaagse opvattingen over management, technologie en efficiency. 

John Bock presenteert het werk Salon de Béton, een absurdistische video-installatie, opgenomen in een betonnen bunker in Berlijn die hij transformeerde tot een duister en grotesk universum waar alles voortdurend in beweging is. Bock kreeg internationale bekendheid met zijn fantastische environments en theatrale performances, waarbij hij dikwijls samenwerkt met internationale acteurs.

The Land Foundation is een voorbeeld van een collectieve atelierpraktijk van kunstenaars, studenten, boeren en handwerkslieden in de buurt van Chiang Mai, Thailand. Deze alternatieve studiopraktijk werd eind jaren negentig opgericht door Rirkrit Tiravanija en Kamin Lertchaiprasert. Internationale kunstenaars, zoals bijvoorbeeld Tobias Rehberger, Philippe Parreno en Superflex worden uitgenodigd om hier voor korte of langere tijd te werken en architectonische en functionele projecten uit te voeren. Ontmoeting en sociale interactie staan hier centraal. Voor ‘Mapping the Studio’ realiseert The Land Foundation een speciaal project, dat niet alleen documentatie van hun activiteiten in Thailand omvat, maar ook een openbare discussie op donderdagmiddag 11 mei.  

De titel van de tentoonstelling is ontleend aan de monumentale video-installatie Mapping the Studio I – All Action Edit (Fat Chance John Cage) uit 2002 van Bruce Nauman dat een centrale plek in de tentoonstelling inneemt. In dit werk toont hij de nachtelijke opnamen van zijn verlaten atelier. Nauman, die eind jaren zestig zijn eigen kunstpraktijk nog omschreef als het rondhangen van de kunstenaar in zijn atelier, is in deze video-installatie volledig uit beeld verdwenen.

‘Mapping the Studio’ toont werk van onder anderen:

Atelier Van Lieshout, John Bock, Daniel Buren, Tacita Dean, Jan Dibbets, Mierle Laderman Ukeles, Gordon Matta-Clark, Bruce Nauman, Martha Rosler, Gregor Schneider, Gerry Schum, Richard Serra, Robert Smithson, Rirkrit Tiravanija & The Land Foundation, Andy Warhol.