Jan van der Vaart wordt door velen gezien als de belangrijkste Nederlandse keramist van de twintigste eeuw. Zijn werk onderscheidt zich door de abstract geometrische vormentaal en het gebruik van weinig kleur. Het bronskleurige glazuur van deze vazen behoorde tot zijn favoriete glazuren. Van der Vaart heeft zich het ambacht van de pottenbakker grotendeels zelf eigen gemaakt. Hij was bijzonder geïnteresseerd in techniek. Niet alleen kon hij goed draaien, maar ook in het gieten van klei in mallen was hij zeer bedreven. De gipsen mallen maakte hij zelf. Die techniek maakte het mogelijk in oplagen te werken waardoor zijn werk betaalbaar bleef en voor meer mensen bereikbaar was. Naast multipels heeft Van der Vaart altijd unica gemaakt. Grote unica, zoals deze plastieken, zijn samengesteld uit onderdelen die apart zijn gegoten. De opbouw uit cilinders en bollen, de lange hals en het hoge voetstuk geven de vazen een sculpturaal karakter waardoor ze een autonoom karakter krijgen. Vaas of plastiek – dit ensemble heeft de allure van een primitieve beeldengroep. Het verbaast niet dat het verzamelen van etnografische kunst een passie van Van der Vaart was.

Vervaardigers

Collectie

Vormgeving

Datum vervaardiging

1991

Bibliotheek

Klik hier om 1 aan dit werk gerelateerde documenttitels te zien

Afmetingen

48 x 29 x 21.5cm.

Materiaal en techniek

steengoed, geassembleerd uit gegoten en handgevormde delen met bronskleurige glazuur

Objectnummer

1991.1.0340