Tentoonstelling — 16 mei t/m 11 jul 1998

Katharina Sieverding staat te boek als een van de belangrijkste inspiratiebronnen van de hedendaagse kunst. Haar werk houdt zich bezig met de centrale thema's van deze tijd.

De technologisering van mens en natuur, de vraag naar de reikwijdte van wetenschappelijk-rationele denkpatronen, de positie van het individu in de massasamenleving en de daarmee verbonden identiteitsproblemen, staan al sinds de jaren '70 centraal in haar werk.
Als artistiek expressiemiddel gebruikt ze de fotografie. Sieverding (Praag, 1944) omzeilt echter de schijnbaar belangrijkste eigenschap van de fotografie, haar afbeeldende karakter. Voor Sieverding is fotografie in de eerste plaats een medium dat werkelijkheid reflecteert.Het basismateriaal voor haar monumentale fotografische werk vormen voornamelijk gereproduceerde beelden, afkomstig uit de wereld van de assamedia, de televisie en dagbladen met oplages van miljoenen. Beelden die door hun offsetraster of beeldpunten reproductieprocessen reflecteren en daarmee ook de ervaring van werkelijkheid-uit-de-tweede-hand. 
Daarnaast gebruikt zij technisch-wetenschappelijk beeldmateriaal, dat veelal uit een medische context afkomstig is. Voorbeelden hiervan zijn de beelden van gestold bloed, röntgenopnames, arteriogrammen, computertomografieën of sequentie-fragmenten uit genetisch onderzoek. Sieverding verwijst daarmee naar een wetenschappelijk-technoïde visie op het lichaam, die bovendien in de regel uit digitale gegevens bestaat en daarin qua structuur verwant is aan de rastering van reproducties. Een derde gebied betreft de persoon van de kunstenares zelf.

Steeds weer brengt zij haar eigen gezicht als beeldthema ter sprake, veelal gecombineerd en overlappend met de andere thema's. De gekozen beelden worden voor bewerking onderworpen aan een complex procédé, dat overwegend in de donkere kamer plaatsvindt, met chemische behandeling, verschillende belichtingsfasen, vergrotingen, overvloeiingen en montages, maar de laatste tijd ook als digitale manipulatie achter de computer.

Het resultaat van deze ingrepen lijkt het karakter van het basismateriaal in zijn tegendeel te veranderen. De technologisch-wetenschappelijke beeldenwereld verschijnt plotseling in een mythisch-magisch perspectief; medische microstructuren worden een schaalmodel van de macrokosmos; de wereld van de reproductie wordt door Sieverding uiteindelijk ingedikt tot de stelling dat het kunstwerk uniek is en het creatieve subject autonoom, dat in de vorm van haar eigen persoon als exemplarisch beeld alom aanwezig blijkt. In deze tendens tot mythische herinterpretatie van de wereld sluit Sieverding aan bij de traditie van Joseph Beuys, wiens leerlinge zij in de late jaren '60 was.

De tentoonstelling toont een selectie van dit fascinerende werk van de Düsseldorfse kunstenares, gegroepeerd naar alle belangrijke fasen van haar artistieke loopbaan. Zo zijn onder andere werken te zien uit de serie Großfotos (1975-1979), uit de cycli Norad (1980), Kontinentalkern (1983-1988), Die Sonne um Mitternacht schauen (1988-1990), Kristallisationsbilder (1992) en de Steigbilder (1979), waarmee Katharina Sieverding op de Biënnale 1997 Duitsland vertegenwoordigde. Verder is er nieuw werk te zien, dat speciaal voor deze tentoonstelling werd gemaakt.