Nieuws — 19 sep 2017

Ata Kandó (1913-1917) was de laatst levende van de eerste generatie grote vrouwelijke Nederlandse fotografen uit de 20ste eeuw, tijdgenote van Emmy Andriesse (1914-1953), Eva Besnyö (1910-2003) en Violette Cornelius (1919-1998). Voor het Stedelijk Museum  maakte zij prachtige afdrukken van een reeks foto’s van Emmy Andriesse die al in 1953 overleed. Met Eva Besnyö, een vriendin en net als zij van geboorte Hongaars, deelde zij de gevoeligheid voor kinderen in haar fotografie en samen met Violette Cornelius maakte zij in 1956 indrukwekkende foto’s van Hongaarse vluchtelingen. Deze werden gepubliceerd in een door Jurriaan Schrofer vormgegeven boek. Vijf foto’s uit deze reeks werden tijdens een van de eerste aankooprondes van de in 1958 gestarte fotocollectie van het Stedelijk Museum aangekocht, in latere jaren gevolgd door aankopen uit haar serie over Indianen en de verwerving van het originele materiaal voor haar boek Droom in het Woud (1957) dat in 2013 een heruitgave kreeg. Recent konden de bezoekers van het Stedelijk zowel een paar prachtige sensuele portretten van haar zien, gemaakt door Ed van der Elsken, korte tijd haar echtgenoot, én het portret dat zij begin jaren 1950 maakte van de nog onbekende fotograaf in Parijs, tegen de achtergrond van de foto’s die hem beroemd zouden maken.